Jeroen van Marle: “Ik ben een taalconsument. Ik vind het interessant om te zien hoe dingen overlappen.”
Jeroen van Marle (1971) woont en werkt in Berlijn als fotoredacteur bij Secret Escapes, een organisatie waar je luxe reizen kunt boeken. Als sociaal geograaf wist hij zijn passie voor reizen en schrijven te combineren: sinds 1998 schrijft hij gidsen voor onder meer Rough Guide, In Your Pocket en Capitool. Na een kleine 30 (internationale) verhuizingen heeft hij veel van de wereld gezien en er een brede talenkennis aan overgehouden. Naast Nederlands en Engels spreekt hij Duits, Roemeens en Pools. Bovendien ‘babbelt hij mee’ in nog een paar andere talen zoals het Afrikaans, Tsjechisch en Frans, die hij tijdens zijn internationale omzwervingen oppikte. Lees hier het taalverhaal van een roving editor.
Hoe komt het dat je zo meertalig bent geworden?
Nederlands is mijn moedertaal, maar van mijn 3e tot mijn 11e heb ik in Engeland gewoond en ben daar naar school gegaan. Ik gebruikte toen alleen Engels, ook al spraken mijn ouders Nederlands met mij. Pas toen we terugkwamen naar Nederland ging ik Nederlands spreken en heb ik mijn verdere schoolloopbaan en studie in het Nederlands gedaan. Op school heb ik natuurlijk Frans en Duits geleerd, maar met Frans heb ik in mijn latere leven vrij weinig gedaan. Maar goed, als Macron in het journaal vertelt waarom de kleur van de tricolore is aangepast, dan versta ik dat wel.
Tijdens mijn studie sociale geografie in Utrecht kreeg ik de mogelijkheid om onderzoek te gaan doen in Roemenië. Voor mijn vertrek heb ik aan de UvA een cursus gevolgd bij Mircea Cărtărescu [de inmiddels veelvuldig gelauwerde Roemeense schrijver en essayist]. Ik vond het heel leuk om voor het eerst na de middelbare school weer een taal te leren, temeer omdat ik Roemeens een ‘makkelijke taal’ vond want ik herkende veel van het Frans. Maar het is ook leuk want er zit veel Slavisch in (zoals het woord zăpadă voor sneeuw) en ook Turks. Het is een mooi Oriëntaals-Romaans mengsel.
Na mijn studie ben ik naar Roemenië verhuisd voor mijn eerste baan als reisgidsauteur en later manager van de lokale reeks In Your Pocket. Dat was een snelcursus Roemeens want ik moest van alles regelen: een alarmsysteem voor het kantoor uitzoeken, onderhandelen over contracten, bankzaken, en dan de typische dingen in de toeristische sector zoals restaurants, hotels, openbaar vervoer en musea. Ik ben onlangs na lange tijd weer eens terug geweest en was echt verbaasd. Ik kon gewoon nog met Roemeens uit de voeten.
Later ben ik overgeplaatst naar het kantoor in Warschau waar ik drie jaar heb gewoond. Ik vond Pools heel lastig om te leren. Er zat voor mij niets herkenbaars in het Slavisch; niet in de spelling en de vele s- en z-klanken, de naamvallen, en ook niet de woorden. Ik kon op niets teruggrijpen en moest elk woord afzonderlijk leren. Dat is een behoorlijke klus. Maar goed, als je die eenmaal hebt – en dat is misschien een steuntje in de rug voor mensen die een Slavische taal leren – dan kun je met die woordenschat elders in de Slavische wereld terecht. Laatst was ik in Kroatië en kon me best aardig redden.
Mijn eerste Poolse woord was nożyce [schaar]. In Warschau zaten twee collega’s de hele dag te bellen om info voor de reisgidsen te checken. Ik heb kennelijk een goed oor voor talen want na een tijdje kon ik met ze mee babbelen. Op een gegeven moment wilde een vriend van me, die een taalschool had, een nieuwe cursus Polish for business people uitproberen. Ik heb één week heel intensief van 9 tot 5 les gehad, en vanaf de tweede dag kon ik eindelijk structuren herkennen in de brei van z- en s-klanken. Dan keek ik uit de metro en wist wat werkwoorden waren – en toen ging het plotseling best snel. Het is wel bij basis Pools gebleven voor de dagelijkse dingen want het journaal kan ik nog steeds niet goed volgen.
Daarna heb ik ook een paar jaar in Praag gewoond – maar ik was lui geworden, want met Pools kun je in het Tsjechisch prima meekomen. Ik heb er niets voor gedaan en er is helaas niets van blijven hangen. Het had ook wel met de esthetiek te maken. Ik vind Pools echt een heel mooie taal met mooie klanken – dat heb ik minder met het Tsjechisch.
Je hebt ook meer verwante talen zoals het Afrikaans en Duits in je repertoire. Vertel!
Mijn toenmalige Poolse partner kreeg een baan in Johannesburg, dus zijn we naar Zuid-Afrika verhuisd, waar Engels, Afrikaans en Zulu de hoofdtalen zijn. Zulu heb ik helaas niet geleerd, maar ik vond Afrikaans heel leuk. Ik ben een taalconsument. Ik vind het interessant om te zien hoe dingen overlappen, en als Nederlander begrijp je heel veel van het Afrikaans. Echt heel fascinerend. Ik leerde ook veel over de subcultuur Zef – een kleine groep mensen die bijzonder trots zijn op hun cultuur. Na een tijdje had ik door wat Afrikaans sprekers van mijn Nederlands wel of niet konden verstaan. Daar kun je dan rekening mee houden door het net wat anders uit te spreken. Zij kunnen veel meer van ons begrijpen dan wij van hen. In Nederland zijn we niet zo gewend aan het begrijpen van andere varianten dan de standaardtaal. Luister eens naar de mooie liedjes van Jannie du Toit, die zowel in het Nederlands als Afrikaans zingt.
Maar goed, sinds ongeveer 10 jaar woon ik nu in Berlijn. Ik heb hier begin jaren 2000 ook al als freelancer gewerkt. Ik wilde toen goed Duits leren en begon met veel radio luisteren, tijdschriften en kranten lezen. Mijn middelbare school Duits kwam daardoor naar een goed niveau. [Met enige trots in de stem] Tegenwoordig kunnen ze niet altijd meer horen waar ik vandaan kom. De naamvallen en grammatica heb ik nooit goed gestudeerd, maar ik ben eigenlijk heel tevreden met mijn Duits. Voor mijn werk gebruik ik voornamelijk Engels maar op kantoor in Berlijn is de meerderheid Duits, dus dat gebruik ik dagelijks. Voor schriftelijke en officiële Duitse communicatie gebruik ik wel altijd even DeepL om te checken of het goed is. Dat helpt mij ook om het te leren.
Welke taal of talen zou je nog graag willen leren?
Ik heb ooit een cursus Arabisch gedaan. Mijn vrouw is Syrisch. Maar die beginnerscursussen focussen op het alfabet en spelling. Dat vond ik heel saai, dus dat heb ik niet doorgezet. Maar nu gaat mijn schoonzus binnenkort trouwen en mijn zwager in spé is heel druk bezig met Arabisch leren. Ik heb dus een concurrent en de schoonfamilie heeft inmiddels verwachtingen. Mijn vrouw is natuurlijk een fantastische bron die hier gratis rondloopt. Ik moet maar post-its in huis gaan ophangen. Arabisch is een prachtige taal met veel poëzie. Ik heb wel zin om daarmee aan de slag te gaan.
Wat zie je als grootste meerwaarde van je meertaligheid?
Toegang tot van alles. Het is de poort naar de wereld. Je kunt zoveel meer van andere culturen begrijpen als je de taal spreekt! Ik snap niet dat er hier in Berlijn Nederlanders zijn die geen woord Duits kennen. Als je alleen maar Engels spreekt, krijg je maar 10% van deze cultuur en het land mee. Zelf lees ik elke dag lokaal nieuws. Met de vele thema’s die in deze gigantische stad een rol spelen, mis je heel veel als je de taal niet kent. Ik vind het ook wel hoffelijk tegenover de locals. Bovendien is het goed voor je hersenen. Het is toch wel bijzonder dat je zo veel met je hoofd kunt – telkens nog een taal erbij stoppen. Het raakt nooit vol. Als ik niet kan slapen, I play a joc în capul meu, um einen Satz in unterschiedlichen Sprachen zu konstruieren. Leuk toch!
Wat is volgens jou de beste manier om een nieuwe taal te leren?
Verhuizen! Emigreren! Ga ergens heen, ook al is het maar voor twee weken. En als je in het buitenland bent, koop een krant en ga proberen het te begrijpen. Dat heb ik laatst op vakantie in Italië gedaan. Je kunt toch de headlines begrijpen en dan snap je een beetje waar een land en cultuur mee bezig is.
terug
Geef een reactie