Een syntactische kijk op inclusiviteit
Door Bert Le Bruyn:
Het gebeurt niet vaak dat een theoretisch syntactisch proefschrift licht werpt op een maatschappelijk debat, maar Thom Westveer is hier wel degelijk in geslaagd. Hij promoveerde begin oktober aan de UvA op een proefschrift met als titel ‘Gender mismatches in partitive constructions in French and German’ en als ondertitel ‘How society shapes language’.
Het proefschrift gaat in beginsel over een heel klein talig verschijnsel. Thom kijkt met name naar zinnen als Eine der neuen Studenten ist Katharina en Un des nouveaux recteurs s’appelle Marie Lafont. De focus ligt hier op het geslacht van eine/un en of dit overeenkomt met Studenten/recteurs of met Katharina/Marie Lafont. Zoals echter al blijkt uit het contrast tussen deze twee zinnen kiest Duits voor overeenkomst met Katharina terwijl Frans net gaat voor overeenkomst met recteurs. Dit leidt tot de vraag waar dit contrast vandaan komt: is er een taalkundig verschil tussen Duits en Frans of is er een fundamenteel verschil tussen de Duitse en Franse maatschappij dat hier zijn beslag krijgt?
Het antwoord van Thom suggereert dat taal en maatschappij beiden een invloed hebben op het contrast. Ik licht er een taalkundig en een maatschappelijk inzicht uit:
Taalkundig beargumenteert Thom dat Frans en Duits verschillen in hoe belangrijk geslacht is in het meervoud. Zo vind je in het Frans een onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke adjectieven in het meervoud (nouveaux/nouvelles) terwijl het Duits maar één vorm heeft (neuen). Dit verklaart het contrast tussen de eerder genoemde zinnen: geslacht wordt geneutraliseerd voor Studenten en de weg voor overeenkomst met Katharina ligt dan open, terwijl geslacht actief blijft voor recteurs en overeenkomst met Marie Lafont dan moeilijker is.
Maatschappelijk beargumenteert Thom dat Franse sprekers die vaker kiezen voor vrouwelijke varianten van naamwoorden (un auteur > une auteur/une autrice/une auteure) ook vaker voor une kiezen. Voor Duitse sprekers vond Thom geen verschil maar mogelijk heeft dit te maken met het feit dat zij sowieso al veel vaker voor eine kiezen en ook veel vaker kiezen voor vrouwelijke varianten van naamwoorden (Arzt > Ärztin).
Samenvattend laat Thom in zijn proefschrift zien dat maatschappelijke ontwikkelingen een invloed kunnen hebben op grammaticale processen. Dit is van belang voor het maatschappelijke debat rond féminisation maar ook voor het debat rond Geschlechtergerechte Sprache. Mocht je nog op zoek zijn naar een manier om taalinterne processen aan maatschappelijk relevante discussies te koppelen in de les, kijk dan vooral eens naar dit erg leuke proefschrift – te vinden op UvA Dare!
terug
Geef een reactie