De invloed van moedertaalkennis op Engelse leesvaardigheid
Lieke Stoffelsma, postdoc, Centre for Language Studies, Radboud Universiteit Nijmegen
In mijn project Reading Beyond Borders onderzoek ik hoe moedertaalkennis invloed heeft op leren lezen in het Engels als tweede taal in niet-Westerse contexten (Ghana, Zuid-Afrika en Hongkong). Hieronder kun je lezen over de achtergrond en opzet van mijn onderzoek en hoe ik de resultaten zal vertalen naar de onderwijspraktijk.
Achtergrond
Er is redelijk veel onderzoek gedaan naar taalontwikkeling van meertalige kinderen. Dit onderzoek is vooral gebaseerd op kinderen in Noord-Amerika en Europa. Over de taalontwikkeling van kinderen op het zuidelijk halfrond is heel erg weinig bekend. Dat is gek, omdat daar juist veel kinderen slecht scoren als het gaat om lezen en schrijven. Volgens de Wereldbank kan 80% van de tienjarige kinderen in Sub-Sahara-Afrika niet of nauwelijks lezen. Taalonderzoek is daar hard nodig om de onderwijspraktijk te kunnen informeren over wat werkt en wat niet. Nu zijn nog te veel curricula gebaseerd op oude lesmethoden uit de koloniale tijd.
Taal van instructie
Die koloniale geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat veel landen zijn blijven vasthouden aan de taal van de voormalige bezetter in bestuur en onderwijs. Ruim 30% van Afrika was ooit in handen van de Britten, en er zijn nog steeds heel veel kinderen die in het Engels worden onderwezen. Dat heeft een sterk negatieve invloed op het leren lezen en schrijven van deze kinderen. Thuis spreken ze immers een andere taal. Ondanks het bewijs dat onderwijs in de moedertaal belangrijk is voor het leerproces van een kind, zeker in de eerste jaren van de lagere school, houden politici, ouders en schoolmanagers vast aan dit beleid. Dat kan uit onwetendheid zijn, maar is zeker ook politiek gemotiveerd.
De moedertalen
De moedertalen uit mijn onderzoek, Akan (Ghana), Zoeloe (Zuid-Afrika) en Kantonees (Hongkong) zijn qua structuur, schrift en grammatica erg verschillend van elkaar en van het Engels. In vakjargon zeggen we dat deze talen onderling een grote taalafstand hebben (linguistic distance). In dit onderzoek bestudeer ik welke taalkundige factoren van deze moedertalen de Engelse leesvaardigheid van kinderen kunnen voorspellen. Simpel gezegd: Maakt het uit of je Akan, Kantonees of Zoeloe spreekt om goed Engels te kunnen lezen? Op deze hoofdvraag heb ik nog geen volledig antwoord, maar ik heb al wel interessante resultaten over de rol van woordenschat, kennis van woordstructuren (morfologie), leesbegrip, en leessnelheid.
Het onderzoek in de praktijk
De kinderen worden individueel getest door getrainde assistenten van lokale universiteiten. Dit is erg arbeidsintensief omdat alle testen in twee talen worden afgenomen (de moedertaal en het Engels). Alleen kinderen die toestemming hebben van hun ouders mogen deelnemen. De kinderen zelf lijken het leuk te vinden om even de klas uit te zijn en persoonlijke aandacht te krijgen. Er zijn testen met plaatjes (woordenschat), woordspelletjes (morfologie), herhaaloefeningen van cijferreeksen (werkgeheugen), leesopdrachten (leessnelheid) en teksten met vragen (leesbegrip). Naast de individuele testen voeren we klassikale testen uit met pen en papier. Per land gaat het al snel om 15 testen verdeeld over drie niveaus (groep 6, 7 en 8).
Resultaten tot nu toe
Als mensen kennis van hun moedertaal gebruiken voor taalgebruik in een tweede taal, of andersom, wordt dit ook wel linguistic transfer genoemd. Dit concept is veel onderzocht bij meertalige sprekers van bijvoorbeeld Europese talen. De resultaten van mijn onderzoek laten zien dat linguistic transfer ook voorkomt bij meertalige sprekers van talen met een grote taalafstand. Leesbegrip in de moedertaal bleek bijvoorbeeld een voorspellende factor voor leesbegrip in het Engels en andersom. Blijkbaar worden dezelfde meta-linguïstische vaardigheden (o.a. het bewustzijn van klanken en woorden; monitoren van leesbegrip; leesstrategieën) gebruikt bij het lezen van teksten in verschillende talen ongeacht de taalafstand. Een ander resultaat dat overeenkomt met de wetenschappelijke literatuur over Europese talen is dat woordenschat en kennis van morfologie belangrijke voorspellers zijn voor leesbegrip in de moedertalen en het Engels.
Er zijn ook resultaten die ander onderzoek tegenspreken. Voor Europese talen bijvoorbeeld, wordt ‘leessnelheid’ vaak als maatstaf gebruikt om leesvaardigheid te beoordelen, waarbij snel lezen gerelateerd wordt aan hoog leesbegrip. Mijn resultaten bevestigen echter dat in de Afrikaanse context sneller lezen niet direct beter lezen betekent. De kinderen lezen over het algemeen een stuk sneller in het Engels, maar ze begrijpen de Engelse teksten niet of nauwelijks, wat een signaal is voor een gebrek aan woordenschat. De langzamere leessnelheid in met name Zoeloe heeft o.a. te maken met woordlengte. Kijk bijvoorbeeld naar de Nederlandse zin ‘Er was een vreemdeling’ . Als we die zin vertalen naar het Zoeloe dan wordt het één woord: Kwakunesihambi. Dit laat zien dat Zoeloe woorden extreem lang kunnen zijn, en dat vertraagt het leesproces.
Vertaling naar de onderwijspraktijk
Valorisatie is erg belangrijk bij dit type NWO-projecten. Daarom heb ik veel aandacht besteed aan de vertaling van de genoemde resultaten naar een concreet eindproduct. Omdat de nood voor onderwijsverbetering in Ghana het hoogste was, heb ik besloten om daar mijn eindproduct op af te stemmen. Ik heb gekozen voor de ontwikkeling van tweetalige leesboeken voor kinderen uit groep 6, 7 en 8. Dit idee is ontstaan door het grote gebrek aan geschreven verhalen en leesboeken in Akan. Door de leesboeken tweetalig te maken, bieden we de kans om tegelijkertijd te werken aan de leesvaardigheid in het Akan en het opbouwen van de Engelse leesvaardigheid en woordenschat. Aan het eind van elk verhaal staan een aantal lesactiviteiten over woordenschat en morfologie. De verhalen zijn geschreven door studenten van de Universiteit van Cape Coast. Ook de illustrator en de uitgever zijn Ghanees. In november worden de boeken gepresenteerd tijdens een workshop voor Ghanese leraren en medewerkers van de Ghana Education Service (GES). We geven een training over hoe de lesactiviteiten het beste gebruikt kunnen worden in de klas.
Het is heerlijk om na al het academische werk (data-analyse, artikelen schrijven, etc.) ook bezig te zijn met hele praktische zaken, zoals: Waar gaan de leraren deze nieuwe boeken bewaren? Omdat er geen kasten zijn in de lokalen hebben we extra subsidie gezocht voor het maken van boekenkasten door een lokale timmerman. Daarnaast doneren we potloden, pennen en scharen, waar een enorm gebrek aan is. Het enthousiasme van de schooldirecteuren, leraren en vooral ook de kinderen is zeer aanstekelijk waardoor ik erg veel zin heb in mijn aankomende bezoek aan Ghana.
Literatuur
Morphology, vocabulary and reading research in African contexts
Pretorius, E., & Stoffelsma, L. (2017). How is their word knowledge growing? Exploring Grade 3 vocabulary in South African township schools. South African Journal of Childhood Education, 7(1). doi:https://doi.org/10.4102/sajce.v7i1.553
Stoffelsma, L. (2018). Short-term gains, long-term losses? A diary study on literacy practices in Ghana. Journal of Research in Reading, 41(S1), S66–S84. doi:10.1111/1467-9817.12136
Stoffelsma, L. (2019). From ‘sheep’ to ‘amphibian’: English vocabulary teaching strategies in South African township schools. South African Journal of Childhood Education, 9(1). doi:a650. doi:10.4102/sajce. v9i1.650
Stoffelsma, L., & Spooren, W. (2019). The Relationship Between English Reading Proficiency and Academic Achievement of First-Year Science and Mathematics Students in a Multilingual Context. International Journal of Science and Mathematics Education, 17(5), 905-922. doi:10.1007/s10763-018-9905-z
Stoffelsma, L., Spooren, W., Mwinlaaru, I. N., & Antwi, V. (2020). The morphology-vocabulary-reading mechanism and its effect on students’ academic achievement in an English L2 context. Journal of English for Academic Purposes, 47, 1-15. doi:10.1016/j.jeap.2020.100887
Literacy in the Global South
Draper, C. E., Barnett, L. M., Cook, C. J., Cuartas, J. A., Howard, S. J., McCoy, D. C., . . . Yousafzai, A. K. (2022). Publishing child development research from around the world: An unfair playing field resulting in most of the world’s child population under-represented in research. Infant and Child Development, e2375. doi:https://doi.org/10.1002/icd.2375
World Bank. (2019). Ending Learning Poverty: What Will It Take? https://documents1.worldbank.org/curated/en/395151571251399043/pdf/Ending-Learning-Poverty-What-Will-It-Take.pdf
World Bank. (2021). Loud and Clear: Effective language of instruction policies for learning. The World Bank, Washington D.C. https://www.worldbank.org/en/topic/education/publication/loud-and-clear-effective-language-of-instruction-policies-for-learning
Linguistic transfer
Chung, S. C., Chen, X., & Geva, E. (2019). Deconstructing and reconstructing cross-language transfer in bilingual reading development: An interactive framework. Journal of Neurolinguistics, 50, 149-161. doi:10.1016/j.jneuroling.2018.01.003
Kim, Y.-S. G., & Piper, B. (2019). Cross-language transfer of reading skills: an empirical investigation of bidirectionality and the influence of instructional environments. Reading and Writing, 32(4), 839-871. doi:10.1007/s11145-018-9889-7
Koda, K., & Reddy, P. (2008). Cross-linguistic transfer in second language reading. Language Teaching,
41(4), 497-508. doi:10.1017/S0261444808005211
Zhang, D., Koda, K., & Sun, X. (2014). Morphological awareness in biliteracy acquisition: A study of young Chinese EFL readers. International Journal of Bilingualism, 18(6), 570-585. doi:10.1177/1367006912450953
terug
Geef een reactie