taalwijs.nu

taalwijs.nu

Ellen-Rose Kambel: “Voor mij zijn talen echt een uiting van menselijkheid!”

Ellen-Rose Kambel is directeur van de Rutu Foundation en mede-oprichter van de Taalvriendelijke School. Opgegroeid in Suriname ging ze na een studie Rechten aan de Universiteit Leiden terug naar haar roots om onderzoek te doen naar de rechten van de inheemse bevolking in Suriname. Hier begon het balletje te rollen voor de Rutu Foundation en de Language Friendly School, – scholen die zich ervoor inzetten dat kinderen hun wortels (roots) mogen ontwikkelen en op school hun moedertaal mogen gebruiken om zo hun identiteit te versterken en te kunnen groeien en bloeien.

 

Welke talen spreek je en hoe heb je deze geleerd? 

De talen die ik spreek zijn Nederlands, Engels, Sranan, een beetje Spaans, Frans, en een heel klein beetje Duits. Ik ben in Suriname Nederlandstalig opgevoed en ben op mijn veertiende naar Nederland verhuisd. In Suriname spreek ik ook wel Sranan. Nu durf ik wel te zeggen dat Engels mijn tweede taal is. Ik spreek heel vaak Engels voor mijn werk en ook met mijn dochter, die in Amerika woont, spreek ik vaak Engels. Ik heb een half jaar in Parijs gewoond als onderdeel van mijn studie, en heb daar destijds ook Frans geleerd en vakken in het Frans gevolgd.

Ik verbaas mij er soms over hoe snel een taal kan wegzakken, maar ook hoe snel het weer terugkomt als ik er weer intensiever mee bezig ben. Zo heb ik een aantal maanden in Costa Rica gewoond. Ik had mijn Spaans erg overschat en merkte bij aankomst dat ik er echt veel moeite mee had. Gelukkig had ik aan het einde van die periode de taal wel ongeveer onder de knie. Tien jaar later werd ik uitgenodigd om in Mexico een workshop te geven. Het is me toen toch gelukt om met DuoLingo mijn Spaans zo op te krikken dat ik er mee uit de voeten kon en mijn workshop in het Spaans kon geven. Maar nu is het wel weer weggezakt hoor.

“Ik verbaas mij er soms over hoe snel een taal kan wegzakken, maar ook hoe snel het weer terugkomt.”

 

In welke situaties gebruik jij je meertaligheid? 

Ik heb een deel van mijn leven doorgebracht in Suriname. Hier sprak ik naast Nederlands en Engels ook Sranan, een taal die sterk verbonden is met status. Destijds werd Sranan gezien als een straattaal en mocht niet gesproken worden als je tot een bepaalde klasse behoorde. Mijn opa vond het bijvoorbeeld uit den boze om deze taal te gebruiken. Tijdens mijn promotieonderzoek ben ik veel in het binnenland geweest en daar heb ik Sranan leren spreken. Naast de inheemse en marrontalen was Sranan de taal die de meeste mensen spraken. Aan het begin was dat best wel lastig, want ik verstond het wel zo’n beetje, maar ik was niet gewend het te spreken. Het was voor mij fijn om te merken dat men zo flexibel en tolerant is. In het Sranan vindt niemand het erg als je het vermengt met Engels of Nederlands. Zolang mensen maar begrijpen wat je bedoelt, is dat prima. 

“Het was voor mij fijn om te merken dat men zo flexibel en tolerant is.”

 

Hoe is de Rutu Foundation tot stand gekomen en wat zijn Language Friendly Schools? 

Rutu Foundation

Rutu is het Sranan woord voor roots. Kinderen moeten goed geworteld zijn in hun eigen taal en cultuur om zo verder te kunnen groeien en bloeien. Na mijn promotie heb ik in Suriname veel vertaalwerk gedaan naar het Nederlands. Internationale jurisprudentie over inheemse rechten was niet beschikbaar in het Nederlands, alleen in het Engels of Spaans. Tijdens deze periode trainde ik inheemse leiders die bezig waren met een land claim. Ik hielp bij het vastleggen van de traditionele wijze waarop zij de grond gebruikten. Ik merkte dat mensen blij waren met de resultaten van het onderzoek, maar zich ook zorgen maakten over hun kinderen, dat zij de kennis niet meer verwierven en de taal niet meer leerden. 

Sranan is niet de voertaal in het Surinaamse onderwijs – dat is namelijk Nederlands. Sranan is een taal die vooral gesproken wordt en dat zorgt ervoor dat er discussie is over de juiste spelling. O.a. doordat kinderen les krijgen in een taal die ze eigenlijk niet kennen (het Nederlands) liggen de slagingspercentages in het binnenland enorm laag: er wordt immers weinig Nederlands gesproken buiten de lessen om. Dit artikel geeft hier meer uitleg over.

Ouders en leerkrachten gaven ook aan dat het lesmateriaal heel moeilijk is voor veel kinderen. Dat komt voor een deel namelijk van Nederlandse uitgevers. Voor Nederlandse kinderen zijn de plaatjes en teksten in de lesboeken vanzelfsprekend, maar Surinaamse kinderen vinden geen aansluiting waardoor de stof nog verder van hen af staat. Een voorbeeld hiervan is een plaatje van een skatebaan. Dit is iets wat Nederlandse leerlingen vaak tegenkomen in het dagelijks leven, maar voor inheemse Surinaamse scholieren is dit een onbekend fenomeen.

Op een gegeven moment bezocht ik een school in Belize die was opgericht door Maya inheemsen. Ik vond dat ontzettend inspirerend, een voorbeeld van hoe inheemse volken hun eigen kennis kunnen overdragen samen met westerse kennis. Het tweetalig rekenboek, dat we in Suriname hadden gemaakt, werd in Zuid-Afrika enthousiast onthaald. Ik realiseerde me dat er behoefte is aan een tweetalig en lokaal aangepast lesmateriaal. Zo kwam het idee om dit verder uit te werken en is de Rutu Foundation ontstaan. We hielpen ouders en docenten tweetalig lesmateriaal te ontwikkelen dat aansluit bij de leefwereld van meertalige kinderen.

 

Language Friendly Schools

Uiteindelijk ben ik samen met Emmanuelle Le Pichon, taalwetenschapper aan de Universiteit van Toronto, via Suriname terecht gekomen bij het concept van de Language Friendly School. Dat is een keurmerk voor scholen die alle talen van hun leerlingen verwelkomen en waarderen. Er is nu een wereldwijd netwerk van scholen voor basis- en voortgezet onderwijs, openbare en privé-scholen en ook scholen in asielzoekerscentra. Deze diversiteit aan Taalvriendelijke Scholen maakt het voor schoolleiders en leerkrachten heel interessant om lid te worden. We zitten inmiddels in negen landen. Wat ons opviel is dat leerkrachten vaak wel willen maar in de praktijk weinig bij andere scholen gaan kijken, laat staan in een ander land. Als Language Friendly School ben je onderdeel van een netwerk van gelijkgezinden en kun je heel gemakkelijk bij anderen een kijkje nemen of samenwerken aan een les. Dat is enorm inspirerend!

 

Wat is in jouw ogen een taalvriendelijke les? 

In een taalvriendelijke les krijgen alle talen een plek. De les gaat in beginsel niet uit van één taal. De les moet zorgen voor aansluiting bij elk kind zodat iedereen mee kan doen. Het mooiste is een schoolbrede aanpak, zodat je een hele nieuwe schoolcultuur krijgt waar het normaal is om van elkaar te verschillen. We weten dat dit heel veel voordelen voor leerlingen heeft.

 

Wat zie je als de grootste meerwaarde van meertaligheid? 

Voor mij zijn talen een uiting van menselijkheid. Het verdwijnen van talen betekent dat we unieke manieren van kijken naar de wereld kwijtraken. Bovendien, hoe meer talen je spreekt, hoe meer verbindingen je kunt leggen en hoe breder je kijk op de wereld is. Ook brengt meertaligheid meer empathie met zich mee. Dit zien we bij kinderen op een Language Friendly School. Deze leerlingen komen veel in contact met meerdere talen en weten ook dat er allemaal verschillende talen zijn. Dit kan als uitdagend voor de leraar gezien worden, maar tijdens de trainingen, die we geven, proberen we zo veel mogelijk mee te geven dat kleine stapjes al een groot verschil kunnen maken. Het gaat om de mindset ten opzichte van meertaligheid. Meertaligheid is geen obstakel maar juist een verrijking. De mensen die op een Language Friendly School werken, zijn meestal super enthousiast.

“Het verdwijnen van talen betekent dat we unieke manieren van kijken naar de wereld kwijtraken.”

Wat kan er beter aan het taalonderwijs in Nederland? 

Ik ben natuurlijk geen specialist en houd me niet veel bezig met het vreemdetalenonderwijs in Nederland. Wat ik ervan merkte via mijn dochter is dat het best wel ouderwets is. Ik heb het op dezelfde manier geleerd zoals mijn dochter het kreeg aangeboden. Er wordt vanuit gegaan dat een leerling geen native speaker is, en dat iedereen op hetzelfde niveau moet beginnen. Ik denk dat het een gemiste kans is voor meertalige kinderen dat hun talen niet ingezet worden op de school. Dat kan ook voor andere kinderen heel interessant zijn. Zo kunnen leerlingen verschillende talen met elkaar vergelijken en kunnen ze veel meer verschillende perspectieven mee krijgen. Met de Rutu Foundation zijn we nu vooral gefocust op het basisonderwijs. Het zou toch super mooi zijn als er op middelbare scholen klasoverstijgende vreemde taalonderwijs aangeboden kan worden, zodat leerlingen op hun eigen niveau met taal aan de slag kunnen gaan.


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *