taalwijs.nu

taalwijs.nu

DoeltaalDigitaal: het gebruik van vertaaltools in de les

Door Marrit van de Guchte (Universiteit van Amsterdam) en Paul Halma (Hogeschool van Amsterdam)

“Meneer, mogen we Google Translate gebruiken?”  “Jazeker,” zegt docent Duits Paul Halma tegen de hele klas. De leerlingen kijken een beetje verbaasd, want niet iedere talendocent vindt dit meteen een goed idee. Een begrijpelijke reactie, want leren leerlingen wel nieuwe woorden wanneer ze de vertaling opzoeken via een online vertaaltool?

Deze vraag was het vertrekpunt van het onderzoek dat we uitvoerden in de professionele leergemeenschap (PLG) Doeltaal Digitaal. Een aantal docenten Engels en Duits maakte zich zorgen over het gebruik van vertaaltools in de les. Werd er überhaupt wel taal geleerd door het copy-paste gedrag van sommige leerlingen? En zou het niet beter zijn wanneer ze deze woorden via Quizlet zouden leren? Met dit online platform voor het leren van woorden hadden de docenten namelijk wel positieve ervaringen. Met deze vragen gingen we een jaar lang in de PLG aan de slag. 

Uit onderzoek naar woordenschatverwerving weten we dat goed woordenschatonderwijs bestaat uit vier stappen: het woord opmerken, de betekenis vinden, de vorm-betekenislink opslaan door iets met het woord te doen, en het woord herhalen (Peters, 2017). Gebaseerd op deze vier stappen hebben we in de PLG, voor zowel Engels als Duits, een interventie van 2 lessen ontworpen. In les 1 werd de taaltaak uitgelegd en zochten leerlingen uit 2-havo/vwo-klassen, via de online vertaaltool DeepL, de vertaling op van 16 nieuwe woorden. Deze woorden hadden ze nodig voor het uitvoeren van de taaltaak in les 2. Bij het vak Engels voerden leerlingen de Dessert-taak uit waarbij ze samen een toetje voor hun docenten bedachten met de ingrediënten die bij hen thuis waren bezorgd. Bij Duits stelden leerlingen voor de Songfestival-taak twee kledingsets samen die ze naar het songfestival zouden willen dragen. Voor beide talen kozen we 16 woorden die nog niet in het curriculum waren aangeboden, voor Duits bijvoorbeeld Stiefel (laarzen) en voor Engels custard (vla). 

Bij Engels en Duits werden de leerlingen in les 2 opgedeeld in twee groepen: de DeepL-groep en de Quizlet-groep. De DeepL-groep kreeg 10 minuten om zich, met behulp van een werkblad met de 16 vertaalde woorden, individueel voor te bereiden op het uitvoeren van de taaltaak. De Quizlet-groep oefende 10 minuten met de 16 woorden in Quizlet. Vervolgens voerden alle leerlingen in tweetallen de taaltaak uit via een geschreven chatgesprek in Google Docs. De uitgevoerde chatgesprekken werden bij de docent ingeleverd via de Google Classroom.

Direct na afloop en een week later werd via een Google Form getest of leerlingen de woorden zowel receptief (Nederlandse vertaling) als productief (Duitse of Engelse vertaling) kenden. De resultaten laten zien dat het online opzoeken van vertalingen, in combinatie met tekstchat-interactie, tot groei in zowel productieve als receptieve woordenschat leidt (Van de Guchte et al., 2022). Door deze activiteiten worden namelijk belangrijke woordverwervingsprocessen in gang gezet: het opmerken, het vinden van de betekenis en het verwerken en herhalen van het nieuwe woord. De Quizlet-groep presteerde echter significant beter op zowel de productieve als receptieve woordenschat. Het 10 minuten expliciet oefenen en herhalen van de woorden in Quizlet zorgt er waarschijnlijk voor dat de vorm-betekenislink steviger wordt verankerd in het geheugen. Het expliciet inoefenen geeft dus extra kracht aan het taalverwervingsproces. 

“Ja, het loont om de inzet van vertaaltools in je les te omarmen, maar…”

Wat betekent dit nu voor het gebruik van de vertaaltool in de les? Ja, het loont om de inzet van vertaaltools in je les te omarmen, maar hier begint het woordverwervingsproces pas. Na het online opzoeken moet er expliciet met het woord geoefend worden in bijvoorbeeld Quizlet. Vervolgens moeten de leerlingen de nieuwe woorden ook daadwerkelijk productief gebruiken tijdens het spreken, chatten of schrijven. Uit ons onderzoek blijkt ook wat Hulstijn (2012) al eerder zei over het verwerven van woorden in de vreemde taal: het is “gebruiken of verliezen” (p.28). 

 

De gebruikte taken voor Engels en Duits kun je hier downloaden:

taalwijs.nu/lesmateriaal/dessert-direct-beschikbaar/

taalwijs.nu/lesmateriaal/songfestival-direct-beschikbaar/

Kijk ook elders op deze website voor meer informatie over het project DoeltaalDigitaal.

 

Bronnen:

Hulstijn, J. (2012). Woorden leren: een kwestie van aandacht en herhaling. Levende Talen Magazine, 99(7), 26-29.

Peters, E. (2017). Woordenschat aanleren in een vreemde taal. Hoe doe je dat? Leuven: Acco.                               

Van de Guchte, M., Van Batenburg, E., Van Weijen,  D., & Halma, P. (2022). Het bevorderen van doeltaalgebruik in het moderne vreemde talenonderwijs. Effecten van video-, audio-, en tekstchat interactie op de taalproductie en motivatie van leerlingen. Onderzoeksrapport NRO. Te raadplegen via: https://www.nro.nl/sites/nro/files/media-files/eindrapport_het_bevorderen_van_doeltaalgebruik_in_het_moderne_vreemde_talenonderwijs.pdf


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *