taalwijs.nu

taalwijs.nu

Hosni Dahmani: “Volgens mij heeft iedereen een talenknobbel. Het gaat vooral om je motivatie!”

Hosni Dahmani

Hosni Dahmani is geboren in Tunesië, maar belandde in 2016 via een omweg in Nederland. Naast Tunesisch-Arabisch spreekt hij ook Nederlands, Engels, Frans en Spaans. Hosni is werkzaam als freelance programmeur.

Welke talen spreek je en hoe heb je deze geleerd?
“Thuis spraken we Tunesisch-Arabisch, met wat Frans erdoorheen. Dat waren dan voornamelijk losse woorden, zoals gebruikelijk bij het dialect in Tunesië. Op de basis- en middelbare school kreeg ik les in het Modern Standaardarabisch. Dat is mijn primaire schooltaal waarin ik heb leren lezen en schrijven en waarin ik aan het eind van de middelbare school mijn werkstukken schreef. In die tijd was er nog geen geschreven dialect, dat begint nu meer op te komen vanwege onder meer sociale media. Maar vanaf het begin van de basisschool leerde ik ook Frans, want ik zat op een tweetalige basisschool: je had een dagdeel les in het Arabisch en een dagdeel in het Frans. Dat was wel een uitzondering, want normaliter kreeg je Frans pas na het derde jaar. Zo kwam het dus dat ik min of meer op hetzelfde moment met het Arabisch ook Frans leerde schrijven – dus twee alfabetten tegelijkertijd. Dat vond ik in het begin wel moeilijk en vooral vond ik Frans stom: ik zag het nut er niet van in. De meeste leerlingen op mijn school hadden een Franstalige ouder, maar ik dus niet. Wat Frans betreft ben ik eigenlijk een laatbloeier.
          Op de middelbare school kreeg ik alleen twee uur Engels per week, maar ik zat veel op de computer en pikte de taal daardoor vrij snel op. Na mijn eindexamen besloot ik dan ook dat ik computer science wilde studeren. Ik was achttien en klaar om op avontuur te gaan, dus zocht ik een studieplek in Frankrijk. Mijn ouders heb ik het pas verteld toen ik aangenomen was in Straatsburg. Mijn studie was wel vanaf het begin heel goed voor mijn Frans en Engels. Ik had toen alleen maar Franse mensen om mij heen, alles was in het Frans. Dat was wel even wennen, maar na een paar maanden ging het snel. De studie was Franstalig, maar al het jargon, de technische termen, waren in het Engels. Wilde je meer weten over een bepaald onderwerp, dan zocht je in het Engels. Hierdoor is mijn Engelse taalvaardigheid flink gegroeid en stak ik gauw boven Franse medestudenten uit. Wat ook meehielp, was dat voor de master wel een bepaald niveau in het Engels noodzakelijk was, dus daardoor ging ik er actief mee aan de slag en deed mijn best.”

Hoe ben je uiteindelijk in Nederland terechtgekomen?
“Na mijn studie werkte ik eerst als programmeur bij Orange in Parijs. In het begin vond ik wonen in die stad fantastisch, maar na een paar jaar was het leuke eraf. Het werk werd routine en de reistijden in Parijs zijn lang, dus ik maakte heel lange dagen. Dat wilde ik eigenlijk niet meer. Ik besloot om lang op reis te gaan, via Duitsland naar Scandinavië. Maar door toeval ben ik in Groningen beland en ik voelde me hier goed. Vanuit Parijs begon ik om als zzp’er zakelijke relaties in Groningen op te bouwen en toen dat goed gelukt was, besloot ik hier te gaan wonen.
           In eerste instantie was ik niet van plan om Nederlands te leren, omdat ik mezelf prima kon redden met enkel Engels. Maar als je echt goed zaken wilt doen, dan is het toch handig om Nederlands te leren, dus dat heb ik gedaan. Ik heb toen er even wat minder werk was drie weken min of meer voltijd op Duolingo gezeten, bij les 0 begonnen tot het hoogste niveau. Ik wilde mij helemaal onderdompelen en ging ook veel Nederlandstalige televisie kijken. Eerst keek ik kinderprogramma’s zoals Dora. Geleidelijk ging mijn niveau omhoog en toen ik het gevoel had dat ik alles begreep, ging ik over naar het Jeugdjournaal. Tegen het eind keek ik naar De Lama’s. Spreken heb ik vooral geleerd door het te gaan doen. Maar dat was wel lastig. Dan stond ik in de supermarkt en vroegen ze ‘Bonnetje mee?’ Daar begreep ik eerst niets van, maar op den duur ging het heel goed.”

Je hebt daarna ook nog Spaans geleerd, hoe heb je dat aangepakt?
“Ik wilde in Mexico gaan reizen en daar heb je Spaans voor nodig. Net zoals bij het Nederlands ben ik in eerste instantie bijna drie weken fulltime met Duolingo aan de slag gegaan van 0 tot het hoogste niveau. Weer keek ik er Spaanse tv-series en films naast. En toen er vlak voor de reis het wat minder druk had met werk, heb ik in Duolingo nog een keer de hele rits gedaan. Eenmaal in Mexico aangekomen, ging ik liften en moest ik mijn kennis gelijk in praktijk brengen. Ik kon zeggen wat ik wilde en gelukkig begreep ik ook redelijk wat er tegen me gezegd werd. Later had ik een eigen busje en ben daarmee gaan rondtrekken. Op die manier heb ik veel backpackers en mensen van de lokale bevolking ontmoet. Ik vond het best vreemd dat niet op alle plekken in Mexico Engels gesproken werd, aangezien het toch een buurland is van de Verenigde Staten. Daardoor werd ik echter wel gedwongen om in het Spaans te communiceren, waardoor ik er veel beter in ben geworden.”

Hoe spelen die verschillende talen een rol in je dagelijks leven?
“Mijn partner is Amerikaanse, dus thuis spreek ik Engels. Op mijn werk verschilt het, ik heb zowel Engelstalige als Nederlandstalige klanten en ik gebruik daardoor ook dagelijks Nederlands. Tunesisch-Arabisch spreek ik met mijn familie, maar ik schrijf het bijna nooit meer. Misschien dat ik het Frans en Spaans wel een beetje mis. Om dat echt weer te kunnen spreken, zou ik er voor langere tijd heen moeten en me onder de mensen daar begeven.”

Welke taal zou je nog willen leren spreken?
“Ik heb een fascinatie voor manga en anime. Toen ik op de universiteit zat, heb ik daarom een tijdje Japans geleerd. Ik kon die anime en manga toen best goed begrijpen, maar heb nooit lange, ingewikkelde teksten kunnen lezen of echt een gesprek gevoerd. Daarom zou ik heel graag naar Japan willen, om het vloeiend te kunnen leren spreken. Dat lijkt me een mooie uitdaging.”

Waarom is taalleren leuk en wat is volgens jou de beste manier om een taal te leren?
“Door verschillende talen te spreken, kun je met veel meer mensen communiceren, dat vind ik mooi. Ik denk dan ook dat het belangrijk is dat we meer focussen op kunnen communiceren in een taal, dan te hameren op perfecte beheersing. Dat is ook mijn ervaring: zodra je begint met spreken, kun je je steeds blijven verbeteren. Van enkele woorden ga je dan naar zinnen en uiteindelijk bouw je het op naar een heel repertoire. Ik heb er misschien aanleg voor, maar als je het mij vraagt: volgens mij heeft iedereen een talenknobbel. Het gaat vooral om je motivatie!”


terug

Een reactie to “Hosni Dahmani: “Volgens mij heeft iedereen een talenknobbel. Het gaat vooral om je motivatie!””

  1. Hans ten Houten

    Bedankt voor je mooie verhaal, Hosni!
    Zeer motiverend!
    Succes en plezier met de andere talen die je nog wil leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *