taalwijs.nu

taalwijs.nu

Ruimte geven aan wat ik zelf zo belangrijk vind

door
Ineke Renkema-Betten
Docent Frans, coördinator burgerschap

Als docente Frans in het voortgezet onderwijs ben ik al een paar jaar bezig om ons onderwijs anders te organiseren. Mijn collega en ik besloten in de bovenbouw afscheid te nemen van traditionele lesmethodes en ons eigen materiaal te ontwerpen. Het was onze wens om meer leerlingen enthousiast te maken voor het Frans, zodat ze het vak bewuster gaan kiezen. We merkten dat de motivatie voor ons vak wisselde en besloten om thematisch te gaan werken.

Daarnaast speelde er een meer persoonlijke motivatie mee om het roer om te gooien. Een paar jaar geleden volgde ik de Master Kunsteducatie en deed ik onderzoek, met mijn leerlingen en collega’s van de talen, naar de combinatie van literatuuronderwijs en burgerschap. Daar ontdekte ik dat ik in mijn lessen eigenlijk te weinig ruimte gaf aan wat ik zelf zo belangrijk vind. Daardoor durfde ik het aan om het pure vaardighedenonderwijs los te laten. We doen in de bovenbouw nu geen expliciete grammatica- en vocabulairelessen en invuloefeningen meer, en toetsen die ook niet meer los. We werken nu naar taken toe en vaak benaderen we het vak vanuit literair oogpunt, met rijke teksten, film en andere culturele uitingen. Dit sloot mooi aan bij de Fase van Beproeven MVT. Het was voor mij interessant om te kijken hoe onze aanpak past bij de nieuwe eindtermen, waarin cultuurbewustzijn en taalbewustzijn naast communicatie een duidelijke plek krijgen.

Wat doen we precies tijdens de Fase van Beproeven?

In september ontmoetten we elkaar in Utrecht voor de startbijeenkomst, waarna we een eerste online sessie hadden met de leraren van alle talen. Die was echter wat groot en onoverzichtelijk, dus werden we daarna in kleinere groepen verdeeld. De online sessie voor docenten Frans en Spaans was overzichtelijker en het was fijn om ervaringen uit te wisselen. Nu we ons materiaal in de klas uitproberen, houden we een online logboek bij en als er behoefte is, kunnen we online met elkaar in overleg. Onlangs hadden we een inspirerende livesessie over ervaringsdoelen en toetsing, gegeven door toetsexpert Elizabeth Langeveld. Het is fijn om dan collega’s weer te ontmoeten en samen te sparren en materiaal te ontwikkelen. Mijn collega en ik zijn de dinsdagmiddagen vrijgemaakt voor deze taak, zodat we hier echt tijd voor hebben. Het is prettig om er op zo’n vast moment samen aan te kunnen werken.

Wat beproeven we inhoudelijk?

Onze focus ligt nu bij havo-vwo vooral op literatuur, die voornamelijk deel uitmaakt van domein C (cultuurbewustzijn). Het streven is echter om waar mogelijk meerdere eindtermen, ook uit de domeinen A (communicatie) en B (taalbewustzijn), te combineren. Voor literatuur is er een speciale reader ontwikkeld ter inspiratie. De drie scholen in het noorden van Nederland (uit Bolsward, Haren en Hoogeveen) die meedoen voor het vak Frans hebben zelf lessen ontworpen. Het is leuk om tijdens sessies te horen hoe iedereen dat op zijn eigen school aanpakt en om van elkaar te leren.

Wij kiezen in de bovenbouw voor het werken met maatschappelijke thema’s, om ook aan te sluiten bij burgerschap. Elk jaar staan er drie thema’s centraal, zoals ‘vrijheid en verantwoordelijkheid’, en ‘diversiteit en discriminatie’. Daar zoeken we rijke teksten bij: literatuur, films, graphic novels, online uitlegfilmpjes, enzovoort en ontwerpen we passende opdrachten. Nu hebben we de leerdoelen beter geëxpliciteerd en gekeken in hoeverre deze opdrachten passen bij de nieuwe eindtermen. Steeds bewuster denken we na over hoe je beheersingsdoelen en ervaringsdoelen onderscheidt en toetst.

Waar taal en burgerschap samenkomen: een voorbeeld

In de vierde en vijfde klassen havo en vwo gebruiken we al onze lessen voor de Fase van Beproeven. Met de vierde klassen werken we rond het thema ‘diversiteit en discriminatie’. We beginnen met een startopdracht waarin leerlingen nadenken over wat discriminatie eigenlijk is door een woordweb te maken. Daarna vergelijken we de Nederlandse grondwet met de Franse, waarna we discussiëren over het Franse begrip ‘laïcité’ (scheiding van kerk en staat), iets dat in Nederland anders is geregeld. We bespreken de Franse regels voor religieuze symbolen in openbare ruimten, dus ook op school, zoals hoofddoekjes, keppeltjes en kruisjes, en de leerlingen delen hun meningen hierover. Deze gesprekken zijn vaak heel levendig en geven stof tot nadenken. Daarna duiken we in de literatuur met fragmenten waarin diversiteit of discriminatie aan bod komen, zoals ‘Matin Brun’ van Pavloff, ‘En finir avec Eddy Bellegueule’ van Louis en ’Le racisme expliqué à ma fille’ van Ben Jelloun.

Een ander voorbeeld, in de vijfde klas, komt van Camus (uit ‘La Chute’). Daarin gaat het over verantwoordelijkheid: is de hoofdpersoon verantwoordelijk voor een vrouw die valt en overlijdt terwijl hij verstijft en niet ingrijpt? Een dergelijk fragment nodigt uit tot persoonlijke reflectie. Dat het leerlingen aanspreekt blijkt als ze al discussiërend het lokaal verlaten als de les voorbij is.

Creatieve opdrachten en betekenisvol leren

We proberen taal en burgerschap zoveel mogelijk te integreren. Zo laten we bijvoorbeeld leerlingen vlogs maken in het Frans waarin ze een bericht sturen naar een personage uit een boek dat ze gelezen hebben. Ze vertellen wat ze over die persoon geleerd hebben, welke eigen ervaringen ze hiermee verbinden, en geven een boodschap mee aan het personage. Dit daagt hen uit om creatief met taal om te gaan en tegelijk spreekvaardigheid te oefenen. Je kunt zo heel mooi verschillende eindtermen, in dit geval 2, 17, 19 en 20 (vwo) en tot op zekere hoogte ook 8, combineren in één opdracht.

Ik zie prachtige mogelijkheden in deze vakvernieuwing en ben blij met de kant die we op gaan. We voorkomen zo wat een oud-havoleerlinge vertelde over haar ervaringen met het taalonderwijs op haar school: ‘we leerden hoe we een toets moesten maken, niet de taal’. Het taalonderwijs wordt zoveel betekenisvoller en het integreren van de eindtermen voorkomt bovendien dat het programma overladen wordt. Voor mij is het een mooie stap om het vak Frans beter en boeiender te maken. Ik hoop dat ons enthousiasme aanstekelijk werkt en dat we zo als pioniers het vak een impuls kunnen geven.

Begin december is het boek “Lezen voor Waarden. Taal en burgerschap in de klas” verschenen bij uitgeverij Boom met daarin een hoofdstuk van mijn hand.

Lezen voor waarden | Klaver, Van Dijk | 9789024472192 | Boom

Eerder publiceerde ik in Levende Talen Magazine en in Cultuur + Educatie:

Literatuur en burgerschap betekenisvol verbonden | Levende Talen Magazine

Literatuur en Burgerschap: ene gouden combinatie | Ineke Renkema




terug