taalwijs.nu

taalwijs.nu

Het introduceren van meertaligheid als middel om gezonder oud te worden

door
Floor van den Berg
Postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam

Door Floor van den Berg, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam

Hoewel mensen steeds ouder worden, is gezond ouder worden helaas niet vanzelfsprekend. Door de vergrijzing zullen er bijvoorbeeld steeds meer mensen met dementie op de wereld zijn. Het risico op geheugenproblemen en dementie stijgt namelijk met de leeftijd, waarbij de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende vorm is. Mensen met Alzheimer verliezen geleidelijk hun zelfstandigheid door toenemende cognitieve problemen. Dit raakt niet alleen henzelf en hun naasten, maar het legt ook druk op de zorg en de economie. Hoewel medicijnen om Alzheimer af te remmen in ontwikkeling zijn, is voorkomen of uitstellen van dementie nog altijd belangrijk.

Onderzoek heeft aangetoond dat cognitieve uitdaging gedurende het leven een soort buffer kan vormen tegen hersenveroudering en de ziekte van Alzheimer. Dit suggereert dat zulke cognitieve uitdagingen aangaan, dus ook op latere leeftijd, het cognitief functioneren langer op peil kan houden.

Een veelbelovende manier om de hersenen uit te dagen is het leren en spreken van meerdere talen. Er wordt gedacht dat deze uitdaging voortkomt uit het leren van nieuwe woorden en regels, maar ook uit het schakelen tussen talen en het onderdrukken van irrelevante talen wanneer de situatie dit vereist. Deze ‘meertaligheidstraining’ stimuleert en traint een breed netwerk in de hersenen dat ook de cognitieve flexibiliteit en het geheugen ondersteunt. De centrale vraag in mijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen was of het introduceren van een meertalige ervaring op latere leeftijd, in de vorm van het leren van een taal, de cognitieve flexibiliteit en het geheugen van ouderen positief kan beïnvloeden, ook wanneer zij geheugenproblemen ervaren.

Een taal leren, een muziekinstrument bespelen of lezingen volgen; wat levert de grootste voordelen op?

Hoewel andere complexe activiteiten, zoals het leren bespelen van een muziekinstrument, ook cognitief uitdagend zijn, dachten mijn onderzoeksteam en ik dat taalleren misschien wel extra voordeel biedt. Taal is namelijk overal om ons heen en we zijn er een groot gedeelte van de dag mee bezig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld muziek maken. Dus terwijl beide leeractiviteiten uitdagend zijn, zou het leren van een taal een nog intensievere hersenoefening kunnen vormen. 

Om dit verder te duiden, onderzochten we drie verschillende trainingen van elk drie maanden waarin deelnemers nieuwe dingen leerden. Onze deelnemers, allen ouder dan 65 jaar en zonder geheugenklachten, werden willekeurig ingedeeld in één van de drie cursusgroepen. De eerste was de training waar we het meest geïnteresseerd in waren: de taalcursus. Wij boden een cursus Engels aan met als doel om de Engelse taalvaardigheid te verbeteren, voornamelijk met spreek- en luisteroefeningen. In de tweede cursus kreeg men in kleine groepjes een beginnerscursus gitaar aangeboden. Als derde en laatste groep hadden we de lezingenreeks, waarin groepjes deelnemers een vooraf opgenomen lezing aangeboden kregen. Ook al leerden deelnemers in deze laatste groep ook iets nieuws, dit gebeurde op een meer passieve en minder intensieve manier dan in de andere twee groepen. De lezingenreeks functioneerde daarom vooral als een controlegroep voor sociale activiteit en mogelijke ‘placebo-effecten’. Wij vertelden onze deelnemers namelijk niet dat wij verwachtten de grootste effecten te zien in de taalcursus. Dit deden we om zoveel mogelijk vooroordelen in het onderzoek weg te nemen.

We maten het geheugen en de cognitieve flexibiliteit voor de cursus, direct na de cursus, en vier maanden na afloop van de cursus. Ons onderzoek toonde positieve resultaten: mensen die Engels leerden verbeterden op beide gebieden. Deze verbeteringen leken echter wel tijdelijk; na het beëindigen van de cursus keerden hun scores terug naar hun beginniveau. De gitaargroep verbeterde op andere cognitieve domeinen, en we vonden geen bewijs dat Engels leren grotere verbeteringen teweegbracht dan gitaar leren spelen. Wel zagen we dat de mensen in de lezingenreeks geen verbeteringen lieten zien. Mocht iemand dus als doel hebben om diens denkvermogen een boost te geven, dan zou ik op basis van mijn onderzoek een ingewikkeldere activiteit aanraden, zoals het leren van een taal of het bespelen van een muziekinstrument. Het lijkt er wel op dat ouderen zonder geheugenklachten langer moeten doorgaan met dergelijke uitdagingen of méér uitdaging nodig hebben om daar blijvende positieve gevolgen voor het cognitief functioneren van te ervaren.

Taaltraining voor ouderen met geheugenproblemen

De meeste studies naar het leren van een taal op latere leeftijd hebben tot nu toe gemeen dat zij zich richtten op cognitief gezonde ouderen, maar wij wilden weten of juist ouderen met een hoger risico op dementie, bijvoorbeeld door beginnende geheugenproblemen, meer baat zouden kunnen hebben bij het leren van een taal. Doordat zij meer moeite hebben met dingen onthouden, zouden zij een grotere cognitieve uitdaging kunnen ervaren. Hierdoor zouden zij grotere verbeteringen kunnen laten zien in het denkvermogen en het geheugen als gevolg van de taaltraining. In een tweede studie vergeleken we daarom de effecten van het leren van Engels tussen ouderen zonder geheugenklachten en een groep ouderen met een vermoedelijke cognitieve stoornis.

Zoals verwacht presteerden de ouderen met een vermoedelijke cognitieve stoornis bij aanvang minder goed op taken die globale cognitie, cognitieve flexibiliteit en het geheugen meten dan de ouderen zonder klachten. Na deelname aan de cursus Engels verbeterden zij echter op al deze gebieden, en deze vooruitgang hield stand een aantal maanden na de beëindiging van de cursus. Bovendien waren de verschillen in cognitieve prestaties tussen beide groepen na afloop van de cursus vervaagd. Al met al lijkt taalleren dus een breder positief effect te hebben op het cognitief functioneren wanneer ouderen een grotere cognitieve uitdaging ervaren, bijvoorbeeld wanneer er sprake lijkt te zijn van geheugenproblemen. 

Naast verbeteringen in het denkvermogen zagen we dat onze deelnemers zelfverzekerder werden in hun Engelse spreek- en luistervaardigheid. Het werd daarnaast makkelijker voor de ouderen zonder geheugenklachten om Engelse woorden op te roepen, en de ouderen met een vermoedelijke cognitieve stoornis werden beter in het begrijpen van gesproken Engels. Dit bevestigt dat taaltraining op latere leeftijd niet alleen een cognitieve, maar ook een persoonlijke verrijking kan zijn, ongeacht of iemand geheugenproblemen heeft of niet.

Nooit te oud om te leren

Mijn onderzoek benadrukt het potentieel van het leren van een taal op latere leeftijd als een laagdrempelige, toegankelijke methode om het cognitief functioneren te ondersteunen of zelfs geheugenproblemen te verzachten. Daarom wil ik meegeven dat je nooit te oud bent om (een taal) te leren, en dat dit misschien wel een waardevol steuntje in de rug kan geven om langer in cognitieve gezondheid te leven. 

Mijn hoop is dat toekomstig onderzoek zich meer verdiept in het ontwikkelen van op maat gemaakte taaltherapieën die de hersenen optimaal uitdagen. Hiermee kunnen we niet alleen levenslang leren stimuleren, maar ook ouderen helpen om cognitief veerkrachtig te blijven, wat uiteindelijk een positief effect kan hebben op zowel het individu als de samenleving. 

Benieuwd naar meer? Lees delen van mijn proefschrift (in het Engels) via deze link.

Het onderzoeksteam. Van links naar rechts: Remco Knooihuizen, Jelle Brouwer, Floor van den Berg, Merel Keijzer (PI) en  Hanneke Loerts.

Relevante bronnen

4L-CARE – https://4lcare.nl/tiki-index.php: Een wiki over later-life language learning (4L) waar iedereen kan bijdragen aan het uitwisselen van kennis op het gebied van 4L-onderzoek en -onderwijs.

Brouwer, J., van den Berg, F., Knooihuizen, R., Loerts, H., & Keijzer, M. (2024). The effects of language learning on cognitive functioning and psychosocial well-being in cognitively healthy older adults: A semi-blind randomized controlled trial. Aging, Neuropsychology, and Cognition, 1–37. https://doi.org/10.1080/13825585.2024.2384107

Keijzer, M., Brouwer, J., van den Berg, F., & van der Ploeg, M. (2023). Experimental methods to study late-life language learning. In S. Zufferey & P. Gygax, The Routledge Handbook of Experimental Linguistics (1st ed., pp. 473–485). Routledge. https://doi.org/10.4324/9781003392972-34

Lövdén, M., Bäckman, L., Lindenberger, U., Schaefer, S., & Schmiedek, F. (2010). A theoretical framework for the study of adult cognitive plasticity. Psychological Bulletin, 136(4), 659–676. https://doi.org/10.1037/a0020080

Wong, P., Ou, J., Pang, C. W., Zhang, L., Tse, C. S., Lam, L. C., & Antoniou, M. (2019). Foreign language learning as potential treatment for mild cognitive impairment. Hong Kong Medical Journal, S41-S43.


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *