Germanistiek maakt samenwerking mogelijk
Ewout van der Knaap (hoogleraar Duitstalige literatuur en cultuur, Universiteit Utrecht)
Mijn jeugdjaren verbinden mij met Duitsland, omdat we als gezin in een plaats tussen Hamburg en Bremen woonden, vlakbij de kazerne in Seedorf, en waar ik Duitse tv-programma’s, misdaadthrillers, Heimatfilms en nagesynchroniseerde films zag, waardoor ik ook van de nagesynchroniseerde Franse acteur en Winnetou-acteur Pierre Brice en van de poppen in The Muppets Show Duits leerde. Daar waar ik wekelijks internationale voetbalwedstrijden speelde, leerde ik gevoel voor satire door Loriot, en Didi Hallervorden en de serie Klimbim lieten me kennismaken met andere Duitse humor. Natuurlijk luisterden we naast Schlager ook naar de internationale muziektaal en Alfred Brendel was een ontdekking. In mijn studiejaren waren ook semesters in Kiel en Freiburg vormend; later leidden professionele contacten naar alle richtingen en deelstaten, van Bochum tot Leipzig, Berlijn, Dresden en ook Wenen.
Sinds eind jaren zestig wordt het Bundesverdienstkreuz niet langer gezien als een grafkruis, het gold niet langer voor degenen die met pensioen gingen. Dat is maar goed ook, want ik heb nog veel te doen. Uwe Seeler leefde tenslotte nog 52 jaar na het ontvangen van de orde…
De bondspresident, Dr. Frank-Walter Steinmeier, heeft bij verschillende gelegenheden in het openbaar laten zien dat hij literatuur een warm hart toedraagt. Bij de opening van de Boekenbeurs in Leipzig dit voorjaar zei hij: “Literatuur kan ons meevoeren naar een andere tijd, iets aan het licht brengen, iets tot uitdrukking brengen en laten doorklinken dat op geen enkele andere manier kan worden uitgedrukt of misschien nog niet kan worden besproken. En literatuur kan tegenstrijdigheden blootleggen zonder ze te hoeven oplossen.”
Deze aspecten probeer ik mijn studenten en ook docenten in de nascholing bij te brengen. Het gaat daarnaast ook over de esthetische en emotionele functies van literatuur.
Tijdens mijn inaugurele lezing zei ik enigszins provocerend dat de Duitstalige landen en culturen te belangrijk zijn om aan historici over te laten. Mijn bedoeling was niet om historici te beledigen, maar om het belang van de germanistiek te benadrukken. Germanisten hebben de kennis en het kritische bewustzijn om Duitstalige culturen en taalverschijnselen te analyseren en interpreteren. Germanistiek maakt samenwerking mogelijk tussen wetenschappelijke vakgebieden en over landsgrenzen heen. De focus op Engels beperkt vakgebieden.
Wo aber Gefahr ist, wächst das Rettende auch
Toen ik werd uitgenodigd om een artikel te schrijven over Duits in Nederland, wist ik meteen de titel: “Erbarme dich!” Want Nederlanders cultiveren de Matthäus-Passion-cultus, maar te weinig mensen hebben het idee dat Duits studeren een pre is. Germanisten in Nederland bereiken veel, maar het lijkt op een Sisyfusarbeid gezien de omvang van het vak, dat gekoesterd moet worden en nu wordt bedreigd door bezuinigingen. In veel van wat ik doe, is er altijd een sprankje hoop dat ik anderen kan overhalen om zich open te stellen voor het onderwerp. “Maar waar gevaar is, groeit ook wat redt”, schreef Friedrich Hölderlin, en misschien wordt de situatie van de germanistiek het best beschreven door dit vers uit zijn hymne ‘Patmos’.
De toekenning van deze eer siert niet alleen mij, maar ook de germanistiek, mijn afdeling en mijn collega’s. De Utrechtse germanistiek is inmiddels de oudste van het land en in de afgelopen jaren is onze opleiding Duitse taal en cultuur herhaaldelijk bekroond met de titel “Topopleiding”, dus niet alleen als beste opleiding op dat terrein, maar ook als een van de beste opleidingen van Nederland. We zijn bekroond, maar we hopen op meer inschrijvingen.
In de jaren tachtig ging het nog goed met de Nederlandse studie Duits, er waren twee leerstoelen Duits aan elk van de zes universiteiten, het aantal studenten was hoger, het aanbod was breder, de studiefinanciering was ruimer ‒ zonder de staatsfinanciering en de lening had ik mijn studie niet kunnen bekostigen.
Niet de germanistiek, maar de samenleving als geheel kan de germanistiek bevorderen door het vak serieus te nemen op school, studieprogramma’s in de etalage te zetten en zich open te stellen voor de Duitse taal. Alleen dan kan er cultureel en zelfs existentieel veel bereikt worden.
Overlevende dodo
De Orde van Verdienste eert indirect ook een bedreigde soort. Ik ben de overlevende dodo. De survival of the fittest-analogie is dat het aantal studierichtingen in de afgelopen decennia alleen maar is toegenomen, waardoor mijn vakgebied als het ware wordt opgevreten en paradoxaal genoeg diversiteit verloren dreigt te gaan. Het vak Duitse taal en cultuur is een politieke kwestie geworden…
Er is te weinig aandacht voor hoe talenstudies kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Dat de arbeidsmarkt voor afgestudeerden van zogenaamde “talenstudies” goed is, en men niet alleen als docent aan de slag kan, daarvan lijken weinig mensen doordrongen. Behalve voor het ministerie van Onderwijs zou de positie van het Duits ook een halszaak voor de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economie moeten zijn. Een langdurige overheidscampagne ‘kies taal en cultuur’ zal uiteindelijk de taal- en cultuuropleidingen steunen, en schooldecanen en ouders kunnen de studiekiezers nu al gerichter helpen.
Rol van leraren
Het is ook belangrijk dat leraren Duits hun vak niet alleen met kennis en enthousiasme onderwijzen, maar ook met zelfbewustzijn. Volgens een onderzoek wordt nog geen derde van de leerlingen door hun leraren Duits aangemoedigd om talen te leren. En met bijna 19.000 vwo-diploma’s met Duits als keuzevak, zou je verwachten dat het potentieel om Duits te studeren erg hoog is. We zouden al tevreden zijn met slechts 1% van hen jaarlijks. Een van de manieren om het aantal studenten dat zich inschrijft voor talenstudies en uiteindelijk voor lerarenopleidingen te verhogen, is meer aandacht ervoor op scholen. En werving betekent niet klaslokalen versierd met zwart-rood-gouden vlaggetjes, maar inhoud in de lessen en actieve voerding door leraren Duits.
Internationale werving
De opleidingen Duits en Frans moet ook worden toegestaan om internationaal te werven. Recente politieke ontwikkelingen hebben de internationalisering van het onderwijs onder druk gezet, maar zonder de kansen te noemen die bijvoorbeeld voor opleidingen Duitse taal en cultuur zouden kunnen ontstaan als Duitstalige studenten in Nederland in het Duits aan de universiteit zouden kunnen studeren. Een studie Duits in Nederland opent deuren, ook omdat er veel keuzeruimte is. De interculturele en sociale meerwaarde van zo’n studierichting is niet te onderschatten. En de universiteiten kunnen de eis dat aankomende studenten voor aanvang van hun studie de Nederlandse taal machtig moeten zijn (de zogenaamde NT2-eis) voor Duits en Frans opheffen en ook internationale werving voor deze vakken toestaan ‒ als de overheid de belemmeringen voor internationalisering zou differentiëren. Duitse taal en cultuur kan nu bijna volledig in de doeltaal worden gevolgd, in ieder geval in Utrecht, terwijl Duitstalige studenten dan de tijd zouden hebben om Nederlands te leren tijdens hun studie, en het is bekend dat Duitstaligen relatief snel Nederlands leren.
Integratie
Om te overleven is het voor de germanistiek in dit land voordelig als ze ook in andere opleidingen stevig geïntegreerd zijn, en dat zijn ze al voor een deel. Duitstalige studieprogramma’s zouden een culturele injectie kunnen zijn. Het feit dat germanistieke cursussen in de doeltaal plaatsvinden, kan ze ook aantrekkelijk maken voor studenten uit andere disciplines, en dat vereist taalvaardig begaafde en nieuwsgierige studenten. Over een paar generaties studenten zullen we weten of dit succesvol is geweest en of het tekort aan docenten Duits is bestreden. Talenstudies vergen tijd, omdat behalve aan allerlei complexe inhoud ook aan het taalniveau gewerkt moet worden. Het is lastig daarop te beknibbelen zonder kwaliteitsverlies. En als de kwaliteit van opleidingen daalt, heeft dat impact op het niveau van het voortgezet onderwijs. Dat er een immens lerarentekort is en wellicht een onderwijscrisis uitgeroepen moet worden, lijkt mij overigens een punt van aandacht.
terug
Geef een reactie