Jate Terpstra: “Je hebt taal nodig, niet een vertaalmachine!”
Jate Terpstra werkt al meer dan 25 jaar als docente Frans op het Spinoza Lyceum in Amsterdam. Ze geeft les van de onderbouw tot aan de bovenbouw, van vmbo-t tot het gymnasium: Jate is van alle markten thuis. Hiernaast heeft ze de afgelopen tienvjaar meegeschreven aan de leergang Grandes Lignes. Sinds een aantal jaar is ze op haar middelbare school coördinator internationalisering wat betekent dat Jate contacten onderhoudt met scholen door heel Europa om uitwisselingen voor de leerlingen te regelen. In dit interview doet ze haar taalverhaal.
Welke talen spreek jij en op welk niveau?
Nederlands is mijn moedertaal, dit spreek ik veelvuldig. Voordat ik docente Frans werd en dit ging studeren, heb ik in Parijs gewoond waar ik veel Frans heb opgestoken. Ik spreek, luister, schrijf en lees Frans op een hoog niveau. Mijn man is Italiaans en onze kinderen zijn hierdoor tweetalig opgevoed. Het lukt mij om net zo goed Italiaans te praten als Frans, maar het lezen en schrijven blijft toch lastiger. Tijdens een verblijf van 7 maanden in Barcelona heb ik ook Spaans geleerd, maar Spaans én Italiaans tegelijk leren bleek lastig. Daarom heb ik voor mezelf een soort keuze gemaakt, hierdoor is mijn Spaans minder goed dan het Italiaans. Verder beheers ik Engels op hoog niveau.
Hoe komt het dat jij zo meertalig bent geworden?
Ik ben opgegroeid in een taalrijk Nederlands gezin: het was hier belangrijk dat je je goed kon uitdrukken. Na mijn vwo-diploma heb ik een jaar in Parijs gewoond bij gastouders, en deze mensen waren ook veel bezig met de taal. Na dat jaar kwam ik terug als francofiel en ben ik in Amsterdam Franse taal en letterkunde gaan studeren. Als toekomstbeeld zag ik mezelf getrouwd met een Fransman in een huis in Zuid-Frankrijk met kinderen die tweetalig worden opgevoed. Aan het eind van mijn studie hoorde ik van de mogelijkheid om als taalassistent met een beurs in het buitenland te vertoeven en besloot ik om naar Barcelona te gaan om daar op een middelbare school Frans en Engels te gaan geven.
Tijdens de lessen Engels, die ik moest geven aan ouderejaars (soms net zo oud als ikzelf), merkte ik dat mijn taalniveau niet goed genoeg was om echt boven de stof te staan. Ik besloot bij terugkeer uit Barcelona om na mijn postdoctorale lerarenopleiding nogmaals als taalassistent te gaan werken, maar nu op een middelbare school in Londen. In de drie maanden dat ik daar heb gezeten, gaf ik lessen Frans en Spaans en haalde daarnaast mijn Cambridge Proficiency Certificate waarmee ik ook officieel op een Internationale school kon gaan lesgeven.
Na terugkeer uit Londen, ging ik in Amsterdamsamenwonen met mijn Italiaanse vriend. Tijdens mijn eerste bezoek aan zijn familie in een klein Italiaans dorp verwachtte ik wel met ze te kunnen communiceren omdat ik zowel Engels, Frans als redelijk Spaans sprak, maar niets was minder waar. Als ik iets over het weer wilde zeggen en het probeerde in het Frans (le temps) of het Spaans (el tiempo) keken ze me raar aan (Italiaans = il tempo). Ze waren niet gewend om flexibel mee te denken en me tegemoet te komen in mijn nog groeiende kennis van het Italiaans. Wilde ik met mijn schoonfamilie kunnen communiceren, dan zat er niets anders op dan Italiaans leren. Dat heb ik gedaan door twee keer twee weken een intensieve taalcursus te volgen en iedere vakantie mijn schoonfamilie op te zoeken. We zijn nu 27 jaar samen, hebben twee kinderen, een huis in Italië waar we iedere vakantie naartoe gaan en veel vrienden en familie. Ik heb daar inmiddels een soort tweede leven dat alleen mogelijk is omdat ik Italiaans spreek, want niemand spreekt daar meer dan twee woorden Engels.
Welke taal of talen zou je nog graag willen leren?
Portugees, want dat lijkt een beetje op de talen die ik nu al beheers en ik vind het een heel mooie taal.
Wat zie je als grootste meerwaarde van je meertaligheid?
Je komt heel makkelijk in contact met anderen als je meertalig bent. Als iemand geen Engels spreekt, dan moet je wel in een andere taal verder kunnen. Als je meerdere talen beheerst, kun je makkelijk schakelen. Met contact bedoel ik echt de ander leren kennen en begrijpen zodat je van elkaar kunt leren. Veel mensen die naar Frankrijk op vakantie gaan, vinden de Fransen onaardig, maar dat is niet mijn ervaring. Ik denk dat dat komt doordat ik makkelijker met hen kan communiceren in het Frans, en daardoor krijg je ook een fijner contact. Je kunt zoveel dichterbij iemand komen.
Meertaligheid vereist een bepaalde soepelheid van de geest. Ik merk vaak bij leerlingen dat ze bij een mondeling Frans vanuit het Nederlands blijven denken. Ze lopen dan vast en blijven hangen bij een woord waarvan ze de vertaling niet weten. Als je meer talen spreekt, dan leer je om soms via een andere weg bij de kern te komen van wat je wilt zeggen. Je kunt je op een andere manier uitdrukken en daardoor word je flexibel in je hoofd. Dat mis je als je niet gewend bent om andere talen te spreken.
Volgens sommige mensen is het door de ontwikkelingen in digitalisering en AI niet meer nodig om een taal te leren. Ik vind dat zo kortzichtig. Dan heb je echt niet in de gaten wat een taal is. Het is zo veel meer dan een rijtje woordjes! Taal is echt een middel om elkaar goed te kunnen begrijpen. Je hebt taal nodig, niet een vertaalmachine. Als je in je contact afhankelijk wordt van technologie, dan is dat best eng. Ik vind het jammer dat heel veel mensen dat niet inzien. Een taal staat voor de kennis die je hebt over een cultuur, en de verbinding met andere mensen.
Wat is volgens jou de beste manier om een vreemde taal te leren?
De beste manier om een taal goed te leren is om in het land van die taal te verblijven. Op school kun je enkel een basis leggen; het echte leren gebeurt op de plek zelf, en dat gaat dan ook best wel snel. Ik ben zelf naar Rome gegaan en heb de taal toen snel geleerd, want ik moest wel. Als je omringd bent door Italianen, dan verlies je ook de schroom. Bij leerlingen is er een enorme spreekangst. Ze raken dan belemmerd om de taal te oefenen. Leerlingen zouden niet bang moeten zijn om fouten te maken, het gaat immers om communicatie. Als je niks zegt, heb je geen communicatie, je kan dus maar beter wat proberen. Als je met tien fouten in de zin toch je punt over kunt brengen, dan is het gelukt en dus okay.
Wat kan er beter aan het taalonderwijs in Nederland?
In Nederland zouden we bij de moderne vreemde talen veel meer nadruk moeten leggen op de communicatieve vaardigheden ipv op bijvoorbeeld leesvaardigheid. De meeste leerlingen kiezen ook voor een taal omdat ze het willen leren spreken. Begrip voor de ander komt vaak voort uit het praten met elkaar en daar zou ik dus veel meer de nadruk op willen leggen. Doordat je met mensen praat, leer je vanzelf ook de cultuur achter de taal kennen, en daarom zijn Frans en Duits ook nog relevant tot op de dag van vandaag. We zijn immers buren, wel handig om elkaar te kunnen begrijpen.
Wat is je allergrootste droom voor Frans in Nederland?
Ik zou willen dat mensen het belang van het Frans weer herkennen en erkennen. Frans was vroeger heel belangrijk in Europa, het was dé culturele taal. Daar is niets meer van over. De renaissance de la langue française lijkt me een prachtig concept. Op dit moment is Spaans populairder dan Frans en op veel scholen wordt Frans opgeheven ten koste van Spaans. Maar Frans is ook gewoon een hele mooie en leuke taal om te leren. En uiteindelijk heb je in Nederland veel meer aan Frans, want we doen veel meer handel met Franssprekende landen. In Nederland hebben we echt veel aan de Franse taal te danken en dat is iets wat niet heel veel mensen beseffen. Dat is jammer!
Wie is je voorbeeld op het gebied van meertaligheid?
Vroeger was Adriaan van Dis mijn grote voorbeeld. Hij sprak zo prachtig Frans, maar ook heel mooi Engels. Hij kon echt van die enorme diepte interviews houden met schrijvers in hun eigen taal. Dat is me altijd bijgebleven. Verder ben ik ook onder de indruk van mijn eigen man. Hij is heel flexibel in zijn taalgebruik: hij spreekt vijf talen en kan makkelijk van de ene naar de andere switchen. Bovendien heeft hij alle talen die hij spreekt op zijn gehoor geleerd.
Wat is jouw motivatie voor werken in het onderwijs?
Ik denk dat ik altijd met onderwijs bezig wil blijven. Ik ga elke dag met veel plezier naar m’n werk. Uit het lesgeven zelf haal ik heel veel en dat heeft niet alleen te maken met het Frans geven. Het vak is soms zelfs voor mij ondergeschikt aan het pedagogische aspect. Ik hou van het contact met de leerlingen en van de school: de afwisseling tussen niveaus en klassen vind ik heel prettig.Werken in het onderwijs is heel dynamisch en geeft je veel vrijheid als docent. Het is jammer dat het vaak zo negatief belicht wordt, want het heeft ontzettend veel positieve aspecten!
Zijn er nog andere dingen waar je je op dit moment mee bezig houdt?
Sinds kort ben ik ook coördinator van het Erasmus+ programma bij ons op school waar we subsidie voor krijgen om uitwisselingsprogramma’s vorm te geven. Die moeten wel voldoen aan een aantal voorwaarden op het gebied van taal, inclusiviteit en burgerschapsvorming. Het idee is dat leerlingen een week in een gastgezin verblijven. Ze werken samen met buitenlandse leeftijdgenoten aan een opdracht waarbij er een project is gekoppeld aan de locatie van de uitwisseling. Vervolgens komt de buitenlandse leerling ook naar Nederland en verblijft hij bij dezelfde leerling thuis. Jongeren krijgen zo elkaars dagelijks leven mee en hier komen regelmatig mooie vriendschappen uit voort. Ik kan meerdere leerlingen opnoemen die nog regelmatig teruggaan naar hun gastgezin in het buitenland.
Op onze school gaan we met gemixte groepen op reis: mavo, havo en vwo gaan samen op uitwisseling. Je hebt dus niet alleen interculturele uitwisseling maar ook nog uitwisseling binnen de school zelf. Het is best wel grootschalig: 80% van onze leerlingen doet mee aan zo’n project. Taal speelt hierin een belangrijke rol, want tijdens de uitwisseling moet je in de andere taal communiceren. Leerlingen denken vaak: in zo’n gastgezin kan ik wel uit de voeten met Engels, maar vaak is dat niet zo. Het is goed dat onze leerlingen daarmee geconfronteerd worden. De persoonlijke groei die veel leerlingen doormaken tijdens zo’n uitwisseling is prachtig om te zien!
terug
Wat een goed verhaal. Ik zie taal ook zo, de manier om het te leren, anderen leren kennen middels communicatie en cultuur, flexibiliteit en snelheid in het gebruiken van je brein, etc. Jate Terpstra verwoordt het zo duidelijk.