Marc Wiers Dagnino: “Meertaligheid zorgt voor een open houding.”
Voor dit interview spreken we met Marc Wiers Dagnino, creatief directeur van Alexander Impact. Samen met zijn team onderzoekt hij hoe organisaties socialer en duurzamer tot hun recht kunnen komen. Als communicatiepsycholoog kijkt hij naar welke woorden en beelden je kunt gebruiken in communicatie. In taal zit heel veel emotie en daar kun je op sturen om een boodschap over te brengen en daar gebruikt Marc zijn meertalige kennis voor. Lees zijn taalverhaal hieronder!
Welke talen spreek je en hoe heb je die geleerd?
Ik ben een geboren en getogen Groninger, maar mijn familie heeft sterke connecties met Duitsland. Er werd dus veel Duits gesproken. Als kind keek ik veel Duitse televisie en heb natuurlijk op de middelbare school Duits gehad. Op dit moment woon ik vanwege het werk van mijn man deels in Berlijn. Daarnaast hebben we ook soms Duitse opdrachtgevers: zo zijn we nu bezig met een campagne voor een Duits openbaarvervoerbedrijf om de personeelstekorten onder buschauffeurs tegen te gaan.
Over mijn man gesproken, die is Italiaans. Hierdoor heb ik ook Italiaans geleerd. Ik heb hier wel een cursus voor gevolgd om het beter onder de knie te krijgen. Het interessante is dat ik het zelf oké vind om fouten te maken en makkelijk praat. Hierdoor werd ik gelijk in een hogere groep geplaatst, zodat ik meer uitgedaagd werd en ging leren. Zelf heb ik het door als ik een taal onder de knie begin te krijgen. Dan denk ik er steeds minder over na. Als het me lukt om grapjes te maken en alles te verstaan, dan ben ik er. Uiteindelijk heb ik mijn staatsexamen Italiaans gehaald.
Thuis spreken mijn man en ik ongeveer 50% Italiaans en 50% Nederlands met elkaar. Dit gaat heel natuurlijk. We switchen soms halverwege de dag opeens van taal als we denken dat het nu iets te veel van de ene was en de andere minder aan bod gekomen is, dit gaat intuïtief.
Inmiddels heb ik voor mijn werk veel Italiaanse projecten gedaan, maar uiteindelijk miste ik daarin de sociale of duurzame impact die werk betekenisvol kan maken. Tegenwoordig hebben we opdrachtgevers voor wie ik via een heldere, talige boodschap kan laten zien welke (sociale) impact ze hebben. Mijn doel is daarin om inzichtelijk te maken welke positieve bijdrage zo’n bedrijf of organisatie levert aan de maatschappij. Dat weten ze soms zelf niet eens.
Als ik Engels spreek, moet ik de taal altijd wel een beetje ophalen. Ik kan het wel, maar bereid me extra voor omdat ik graag goed wil overkomen op de organisaties waar we mee samenwerken.
Naast dit alles spreek ik ook Gronings. Dat heb ik thuis veel gesproken. Mijn ouders hebben in mijn jeugd wel veel gehamerd op ABN. Dat was destijds belangrijk. Ik zet de taal vooral in bij sociale aangelegenheden, of bij sommige Groningse opdrachtgevers.
Het leuke aan meertaligheid is dat je in allemaal verschillende netwerken komt, en je zo weer nieuwe connecties op kan bouwen. Ik vind het altijd fascinerend om cultuurverschillen te ontdekken. Zo denk ik dat Fransen best wel defensief kunnen zijn over hun taal, terwijl Italianen juist heel open zijn. Hier bedoel ik mee dat Italianen het vaak prima vinden als je fouten maakt en je je hierdoor als nieuwe spreker meer welkom voelt.
Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van meertaligheid?
Er ligt zoveel meerwaarde in meertaligheid. De wereld ligt voor je open en je komt letterlijk verder in een land doordat je de cultuur beter aanvoelt. Verder wordt de humor en emotie in een taal steeds levendiger. In het Nederlands is het normaal om een precies tijdstip af te spreken. In Italië komen mensen op een gegeven moment binnendruppelen. Allesomvattend denk ik dat meertaligheid zorgt voor een open houding. Je leert op een andere manier denken en kijkt anders naar normen en waarden. Het is een wonderbaarlijk avontuur.
Ik kan eigenlijk geen nadeel van meertaligheid bedenken. Soms niet op een woord in de juiste taal kunnen komen, hoort er een beetje bij, maar dat is niet per se een nadeel. Ik heb weleens dat mijn schoonouders me gaan verbeteren als ik wat vermoeider ben, dan maak ik wat sneller foutjes.
Wat werkt voor jou goed bij het leren van talen?
Ik ben heel muzikaal. Het fonetische en ritmische, daarin zit voor mij het begrip en zo onthoud ik de taal. Op de middelbare school volgde ik Duits en was het onderwijs gefocust op grammatica en complexe zinsconstructies: dit werkte voor mij blijkbaar wel. Als ik nog een keer een taal zou moeten leren, dan zou ik graag wat meer op de sociale aanpak van een taal focussen. Dat betekent dat ik meer interactie zou willen hebben met mijn klasgenoten en een grotere focus zou willen hebben op de cultuur die onlosmakend aan de taal verbonden is.
Voor het leren van een nieuwe taal heb ik een voordeel dat ook een nadeel is. Ik kan een taal vrij snel goed laten klinken, maar eigenlijk weet ik dan niet goed wat ik aan het zeggen ben. Dat resulteert er dan vaak in dat mensen mij hoger inschatten en als reactie hele verhalen tegen mij gaan vertellen waar ik niets van begrijp.
Is er nog een taal die je graag zou willen leren?
Ik zou wel Zweeds of Noors willen leren. Dat is een heel ander taalgebied. Een van mijn beste vriendinnen woont in Zweden, en het land trekt mij enorm. Ik heb wel eens wat video’s op het internet opgezocht en ben erachter gekomen dat ik de klanken wel goed na kan doen, alleen begrijp ik niet wat ik dan aan het zeggen ben. Maar eigenlijk ben ik ook al wel gelukkig met de talen die ik nu beheers.
Wat vind je van het taalonderwijs in Nederland?
Daar weet ik niet veel over. Het is lang geleden dat ik het zelf heb gevolgd en ik weet niet hoe het nu is. Ik weet wel dat mijn man, die aan de universiteit bij talenopleidingen doceert, zich veel bezighoudt met de toepassing van de taal. Dus dat het gaat over hoe je een taal spreekt in het dagelijks leven. Persoonlijk denk ik dat ik wel meer van de cultuur had willen leren toen ik zelf nog op school zat. De speelsheid en de kleurigheid die dan naar voren komen in een taal zou mij hebben aangesproken.
Heb je nog een voorbeeldfiguur wat betreft meertaligheid?
Dat weet ik niet zo snel, ik let daar niet echt op. Mijn man is wel echt enorm goed. Hij is nu docent Baskisch terwijl hij pas vier jaar geleden begonnen is met een cursus omdat hij van kleine talen houdt. Nu is hij al zo ver gevorderd dat hij het kan doceren. Dat vind ik wel indrukwekkend.
terug
Geef een reactie