Met AIM en AIMe naar de top voor het eindexamen Frans
Door Audrey Rousse-Malpat, Wim Gombert en Janny Spreen, docentopleiders AIM en AIMe bij Project Frans.
Pauline Vis, docent aan het Cygnus Gymnasium in Amsterdam maakte hetnieuws bekend via een bijdrage op LinkedIn: de leerlingen van het Cygnus Gymnasium in Amsterdam hebben het best gepresteerd bij het eindexamen Frans van 2023. Al lang zaten Geertje Duncan, Pauline Vis en Pieter Vredevoort heel dichtbij percentiel 100, maar ze hadden dit resultaat nog nooit bereikt. Ze linkt dit succes aan de destijds spannende didactische keuze om de AIM-methodiek in de onderbouw en later de AIMe methodiek in de bovenbouw te gebruiken. Dat de leerlingen met deze methodiek goed leren spreken en luisteren, valt te verwachten met zoveel tijd voor deze vaardigheden. Maar dat ook het eindexamen zo goed zou worden gemaakt, was fantastisch. Per slot van rekening word je daar (helaas) vaak op afgerekend.
Natuurlijk ligt dit resultaat niet alleen maar aan de didactische aanpak. Het ligt ook aan de professionaliteit van deze docenten, het niveau van hun (gymnasium-)leerlingen, en de pedagogische sfeer van deze school die al jaren een voorloper is in vernieuwend onderwijs zoals “leren door te gebruiken” bij de talen. Het Latijn bijvoorbeeld, wordt sinds 2015 “levend” gegeven. Dat wil zeggen dat het Latijn zoveel mogelijk gebruikt wordt als voertaal en dat veel verhalen worden gebruikt en beluisterd. Bijzonder!
Als docent-opleiders bij Project Frans, waar we docenten bijscholen in deze twee methodieken, hebben we ze de laatste jaren zien groeien en we zijn ontzettend trots op hen! Dit artikel is ten eerste bedoeld om ze in het zonnetje te zetten voor hun moed en inzet om hun onderwijs te blijven ontwikkelen en verbeteren. Ten tweede willen we uitleggen waarom, in onze optiek, dit team het voor elkaar heeft gekregen dat hun leerlingen zo goed in het Frans zijn geworden.
Bij Frans zijn ze op het Cygnus Gymnasium altijd al bezig geweest om de taal zo levendig mogelijk aan leerlingen aan te bieden. In 2007 begonnen ze met de AIM methodiek uit Canada voor hun onderbouwklassen en deden mee aan het promotieonderzoek van Audrey Rousse-Malpat. AIM is gericht op de onderbouw en kan tot de vierde klas gebruikt worden. De resultaten van het onderzoek waren positief en het team wilde niet terug naar een boek in de bovenbouw. Maar wat dan?
Ze gingen aan de slag en werkten gedurende een paar jaar aan de ontwikkeling van eigen materiaal. Tegelijkertijd bereiden zij hun leerlingen voor op het DELF-examen (Franse tegenhanger van het Cambridge-examen). Dat werkte al heel goed, maar kostte veel tijd. De docenten misten een kapstok, een doorlopende leerlijn en een partner om te overleggen over toetsing, feedback en andere didactische onderwerpen. Precies op dat moment had Wim Gombert het vervolg op AIM voor de bovenbouw HAVO en VWO, AIM extended (AIMe) ontwikkeld.
Ook de bevindingen van Wims onderzoek naar de effectiviteit van de AIM methodiek waren belovend en hij zocht een pilotschool om AIMe te testen. Et voilà! Project Frans kon met het Cygnus Gymnasium in Amsterdam beginnen! Inmiddels werken vijf scholen met AIM extended (AIMe): het Gomarus College in Groningen, het Cygnus Gymnasium in Amsterdam, het Montessori Lyceum in Rotterdam en sinds kort het Jan Tinbergen College in Roosendaal en het Etty Hillesum Lyceum in Deventer.
AIM in de onderbouw is geen strikte voorwaarde om met AIMe in de bovenbouw te beginnen. Bovenbouwdocenten hebben namelijk niet altijd invloed op de aanpak in de onderbouw (en vice versa). Wat ons opvalt is dat AIM docenten iets gemeenschappelijks hebben: ze zijn allemaal ‘ambachtelijk’ docent. Ze willen blijven leren, lezen en geïnspireerd raken. Ze hebben vaak zelf heel veel uitgeprobeerd en ze zijn tot dezelfde conclusie gekomen, namelijk dat je een taal leert door deze te gebruiken. Natuurlijk hebben docenten te weinig tijd om alles zelf te ontwikkelen en dat is juist de kracht van AIMe: naast het leren van de didactische insteek van de methodiek, word je onderdeel van een netwerk van docenten uit verschillende scholen die allemaal dezelfde kant op kijken en met wie je materiaal en good practices kan delen.
Voor ons, als docentbegeleiders bij Project Frans, is de samenwerking met zulke scholen een bevestiging dat we het tij kunnen keren in het taalonderwijs en dat leerlingen prima een vreemde taal kunnen leren in een klaslokaal. We gaan dus vrolijk door met onze missie om het onderwijs in de Franse taal te bevorderen door actief doeltaalgebruik in te zetten waarbij de primaire focus de spreekvaardigheid is.
We wensen alle taaldocenten hetzelfde succes als Pauline en haar collega’s. Voor ons is de les duidelijk: durf veranderen. C’est tout!
Bronnen
Gombert, W. (2022). From “learning to use” towards “using to learn”?: long-term effects of structure-based versus dynamic usage-based programs for French. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/251801268/Complete_thesis.pdf
Gombert, W., Keijzer, M., & Verspoor, M. (2022). Structure-based versus dynamic usage-based instruction: L2 French writing skills after six years of instruction in high school. Dutch Journal of Applied Linguistics, 11.
Rousse-Malpat, A., Verspoor, M., & Visser, S. (2012). Frans leren met AIM in het voortgezet onderwijs: Een onderzoek naar de effectenvan AIM-didactiek op schrijven in het Frans van brugklasleerlingen. Levende Talen Tijdschrift, 13(3), 3-14.
Rousse-Malpat, A., Steinkrauss, R., & Verspoor, M. (2019). Structure-based or dynamic usage-based instruction: long-term effects on (morpho) syntactic and lexical complexity in writing samples. Instructed Second Language Acquisition, 3(2).
terug
Geef een reactie