Sharon Unsworth: “Vier de meertaligheid, het is niet iets om je voor te schamen!”
Sharon Unsworth is als taalwetenschapper verbonden aan het Centrum voor Language Studies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zowel in haar werk als privéleven heeft zij veel te maken met meertaligheid bij kinderen. De inzichten uit onderzoek daarnaar probeert ze zo breed mogelijk te verspreiden via de podcast Kletsheads en het Kletskoppen kindertaalfestival. Voor Taalwijs zet zij graag haar visie op meertaligheid uiteen.
Welke talen spreek je en hoe heb je deze geleerd?
“Zelf ben ik geboren in Engeland, waar ik Engelstalig ben opgevoed. Mijn interesse in talen begon op de basisschool door mijn juf die opeens dingen uit een koffertje begon te halen en die in het Frans ging benoemen. Toen dacht ik: dit is echt heel cool! Na de middelbare school ben ik de combinatie van Duits en Frans gaan studeren.
Voor mijn studie moest ik verplicht naar het buitenland en dus heb ik een jaar in Mönchengladbach, Duitsland gewoond. Ik heb een tante die in Nederland woont; daar kwam ik vaak op bezoek, dus ik had al iets met Nederlands. Ik heb toen als onderdeel van mijn studie Duits een aantal vakken van Nederlands gevolgd. Als ik in Nederland was, vroeg ik aan de mensen of ze Nederlands met me wilden praten in plaats van meteen over te schakelen naar het Engels. Ik vond het belangrijk om een Nederlandstalige relatie met mensen aan te gaan. Zo ging mijn kennis van de taal snel vooruit.
In 2001 zou ik voor negen maanden naar Nederland komen met een onderzoeksbeurs, maar ik ben blijven plakken. Ik ben uiteindelijk gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht en ben getrouwd met een Nederlander. Wij spreken thuis Engels met onze kinderen en daarnaast spreek ik natuurlijk in het dagelijks leven veel Nederlands. Het Frans en Duits is een beetje weggezakt. Een paar keer per jaar ga ik nog terug naar Duitsland en soms op vakantie naar Frankrijk, maar daar blijft het een beetje bij.”
“Ik vond het belangrijk om een Nederlandstalige relatie met mensen aan te gaan.”
Kun je wat vertellen over je visie op meertaligheid?
“Ik ben in mijn werk veel bezig met meertaligheid in gezinnen. Ouders die een andere moedertaal dan het Nederlands hebben, vragen zich vaak af welke keuzen zij hierin moeten maken. Mijn man en ik hebben er bewust voor gekozen om onze kinderen in het Engels op te voeden, hoewel wij daarvoor samen Nederlands spraken. We moesten dus switchen naar een andere voertaal in huis, en dat was best even wennen. Maar ons idee hierachter was dat het met het Nederlands van onze kinderen sowieso wel goed zou komen, omdat ze omringd worden door die taal. Het Engels vonden we belangrijk omdat ze daarmee zouden kunnen communiceren met mijn familie. Het kunnen praten met opa en oma is vaak de belangrijkste drijfveer voor meertalig opvoeden.
Bij gezinnen die thuis een andere taal spreken dan Nederlands heb je niet alleen te maken met een thuistaal, maar er komt ook een stukje cultuur bij kijken. Dat vind ik erg interessant. Ik hoop bijvoorbeeld dat mijn eigen kinderen zich ook Brits voelen. De keuzes die ouders hierin maken zijn natuurlijk wel contextafhankelijk. Ik houd me veel bezig met hoe de meertaligheid van een kind vorm krijgt als het kind ouder is en ik kijk wat ouders in huis hebben om dit te bewerkstelligen. Ik vind het belangrijk dat zij geïnformeerde keuzes kunnen maken rond meertaligheid in de huiselijke sfeer, want het is genuanceerder dan ‘one parent, one language‘. Vraag je af wat voor relatie je kunt hebben met je kind in de taal die je kiest, en welke andere relaties die taalkeuze mogelijk maakt. Het is ook belangrijk dat leerkrachten hier kennis van hebben. Gelukkig is er sinds een jaar of vijf meer aandacht voor.”
“Dit gaat verder dan alleen het spreken van een taal, er komt ook een stukje cultuur bij kijken.”
Wat kunnen kinderen doen bij het Kletskoppen kindertaalfestival?
“Het festival is een plek waar kinderen de wetenschap achter de taal laten ontdekken en zo hun eigen meertaligheid beter leren waarderen. Er is een wetenschapsmarkt met verschillende spelletjes en demo’s die gaan over diverse aspecten van taal en allerlei verschillende talen. De kinderen leren op een speelse manier iets over taal en leren de rijkdom van hun eigen talenkennis in te zien. We hopen dat de leerlingen een positiever beeld krijgen van taal, dat ze zien hoe je er onderzoek naar kunt doen. Hopelijk wordt hun interesse net zo gewekt als bij mij destijds toen de juf Frans begon te praten.”
Wat kan jouw onderzoek bijdragen aan het talenonderwijs in het vo?
“Het is zo waardevol om te kijken naar talige bagage die een leerling meebrengt naar het klaslokaal. Het kan een succeservaring zijn voor kinderen als zij worden aangesproken op de talenkennis die hun klasgenoten niet hebben; zij zijn dan eventjes de expert. Om het hier over te hebben tijdens de les is ook erg nuttig voor leerlingen die eentalig zijn opgegroeid. Het praten over een taal kan de motivatie bevorderen en het versterkt het metalinguïstisch bewustzijn. Dat helpt weer bij het leren van andere talen. Ik hoop heel erg dat het Nederlandse taalonderwijs nog meertaliger wordt zodat er aandacht is voor alle talige kennis van leerlingen. Het zou heel mooi zijn als leerlingen examen kunnen doen in hun thuistalen, zoals de Stichting Taal naar Keuze bepleit.”
Wat is volgens jou de beste manier om een vreemde taal te leren?
“Ga vooral tijd doorbrengen in het land waar die taal gesproken wordt! Ik heb dat met Duits gedaan, en vooral met Nederlands natuurlijk, maar toen ik jong was heb ik ook een half jaar in het diepe Zuiden van Frankrijk gewoond. Ik had daar een baantje als taalassistent en woonde in de school. In het begin was dat heel eng (om contact met thuis te hebben kon je alleen af en toe bellen uit een telefooncel), maar uiteindelijk vond ik het geweldig! Dat was echt fantastisch voor mijn Frans. Toen ik daarna Duits ging studeren, dacht te docent zelfs dat ik uit Frankrijk kwam, omdat ik blijkbaar een Frans accent had opgepikt…”
Als je alle tijd in de wereld had, welke taal zou je nog willen leren?
“Laatst ben ik begonnen met Turks op Duolingo. Ik vind het een leuke uitdaging om een taal uit een andere taalfamilie te leren. Bovendien komen er best veel Turkstalige kinderen naar onze activiteiten, en ik vind het tof om aan hen te laten zien dat ik ook moeite wil doen om hun taal te ontdekken.”
terug
Geef een reactie