taalwijs.nu

taalwijs.nu

Carole Westerkamp: “Taal is een soort wiskunde. Als je de formule kent, kun je die toepassen.”

Carole Westerkamp (1962) is docent aan de Hogeschool Rotterdam. In eerste instantie gaf ze
Business Communication en Engels, maar inmiddels doceert ze ook Nederlands als tweede taal, taalvaardigheid Duits en het keuzevak Spaans, naast vakken als NLP (Neurolinguïstisch Programmeren), Ethical Social Responsibility en Intercultural Competence. Ze spreekt elf talen en wil er graag nog meer leren. Lees hier haar taalverhaal.

Welke talen spreek je en hoe heb je die geleerd?

Foto: Francien de Rijk 

Om te beginnen kom ik uit een tweetalig gezin; mijn vader was Nederlands en mijn moeder was Canadese. Zij spraken Engels met elkaar en ik leerde eigenlijk pas op de kleuterschool goed Nederlands. Ik was gewend aan code-switching en ik denk dat dat de basis gelegd heeft voor mijn meertaligheid. Op het gymnasium leerde ik Duits, Frans, Latijn en Grieks. Met name door het Latijn heb ik geleerd hoe taal werkt qua vervoegingen en verbuigingen.

Op mijn vijftiende gingen wij op vakantie naar toenmalig Joegoslavië. Ik leerde daar vrij snel dingen zeggen. Ik had een schriftje waar ik alles in opschreef (‘Hoe heet je – kako se zoveš?’). Mensen waren onder de indruk, want ik kon het niet alleen goed onthouden, maar had kennelijk ook een goede uitspraak. ‘Jij bent goed in talen,’ hoorde ik voor het eerst. Dat heb ik toen, denk ik, voor waar aangenomen, want vanaf dat moment ging ik ook betere cijfers halen op school. Daar is het mee begonnen.

Tijdens mijn studie aan de sportacademie heb ik in Italië gewerkt en voor mijn gevoel had ik binnen twee weken de basis van de taal onder de knie. Ik heb het nooit formeel geleerd, maar met mijn Latijn was het eigenlijk gewoon Frans met een beetje drama. Ne pas laisser voler dans le vent trop fort. In het Italiaans is dat bijna hetzelfde: Non lasciare volare nel vento troppo forte. Dus dat was niet zo moeilijk.

Ik studeerde in Amsterdam en ging salsa dansen. Daar kwam ik in contact met de Spaanstalige gemeenschap. Dankzij mijn kennis van het Italiaans kon ik snel meepraten. Tijdens reizen in Zuid-Amerika ontmoette ik een Cubaan waarmee ik een relatie kreeg. Vanaf toen heb ik heel veel Spaans gesproken. Tijdens het reizen kwam ik op een gegeven moment in een groep Brazilianen terecht en heb veel Portugees gehoord. Een Braziliaanse vriendin vond dat ik – met mijn talenknobbel – Portugees met haar moest spreken. Ik zag het niet direct, maar zij zette door, dus met haar spreek ik Portugees en het gaat prima.

Ik kan het echt niet verklaren waarom dat bij mij zo werkt. Ik snap gewoon vrij snel de systematiek van een taal en dan ga ik ervoor. Meestal klopt het dan wel.

Ik heb een paar jaar als gids gewerkt en daarvoor moest ik ook examens doen in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans en Portugees. Ik slaagde, dus in die talen mocht ik gidsen. Toen ben ik voor De Boer & Wendel gaan werken, de specialist voor Indonesië. In die tijd was mijn vader met vervroegd pensioen gegaan om ontwikkelingswerk voor de PUM te gaan doen en hij kon dankzij zijn Nederlands-Indische achtergrond met iedereen in gesprek. Ik baalde, want ik kon niet communiceren met de Indonesiërs, dus toen heb ik als een gek gewerkt om Bahasa Indonesia te leren. Omdat je nauwelijks vervoegingen of verbuigingen hebt, vond ik het niet zo moeilijk.

Tja, en toen had ik dus negen talen en dat vond ik een beetje suf: negen is precies geen tien. Ik gaf inmiddels les op het vmbo. Daar zaten veel leerlingen van Marokkaanse afkomst. Ik dacht, laat ik Arabisch leren, maar daar had ik niet zo veel aan want de leerlingen spraken Tamazight. Waar ik woon is er ook een grote Griekse gemeenschap en dus ben ik Nieuwgrieks gaan leren. Dat is de eerste taal na de middelbare school die ik via een cursus heb geleerd. Maar eigenlijk heb ik het snelst en meest geleerd doordat ik met mijn docent ging whatsappen. 

Nou, en weer een paar jaar later is een Syrische jongen uit het AZC hier in huis komen wonen en we hadden de afspraak dat ik hem NT2 leerde en hij mij Arabisch. Sindsdien hou ik het met Duolingo bij en nu zit ik op A2-niveau.

Welke rol spelen die verschillende talen in je dagelijks leven?

Door mijn baan in het onderwijs ben ik natuurlijk wekelijks bezig met Nederlands, Engels, Spaans en Duits. De andere talen gebruik ik vooral in de communicatie met mensen die ik van mijn reizen ken. Helaas komen Kroatisch en Grieks er wat bekaaid vanaf, want die talen spreek ik nog maar een paar keer per jaar. 

Ik ben ook actief bij de Polyglot Conferences met mensen zoals Richard Simcott, die meer dan 20 talen spreekt – dus ja, daarmee vergeleken ben ik pas aan het begin. Ik kom daar ook als spreker en dan heb ik het niet zo zeer over hoe je een taal leert maar vooral over hoe je een taal inzet. Dat bouwt ook voort op mijn NLP achtergrond. Er is ook de organisatie van hyperpoliglots – Hypia – daar mag je pas bij als je minimaal zes talen spreekt – en die club is voor mijn doen een beetje te elitair. Maar het is wel een inspiratie om zo veel meertaligen te ontmoeten. Ik heb via de polyglot gemeenschap Ioannis Ikomonou ontmoet. Hij is toch wel een beetje mijn voorbeeld – met 32 talen. 

Talen bijhouden doe ik vooral via de (sociale) media. Ik lees de kranten en kijk het journaal en luister muziek in veel verschillende talen. Op Linkedin heb ik veel connecties. Mijn tijdlijn is gevulde met posts van overal vandaan en daardoor ben ik wel op de hoogte van de actuele weetjes die ik dan weer in de les kan gebruiken. Verder krijg ik af en toe van uitgevers inkijkexemplaren van lesmethodes toegestuurd om te beoordelen. Zo blijf ik op de hoogte. 

Welke taal of talen zou je nog graag willen leren?

Ik wil mij echt bekwamen in het Arabisch en verder zou ik ook graag Farsi willen leren. De ‘Rubaiyat’ van Omar Khayyam heb ik in het Engels gelezen, maar eigenlijk wil ik die graag in het origineel lezen. Door het Arabisch ken ik de letters al, dus misschien is het helemaal niet zo moeilijk. Ik word geïnspireerd door bepaalde strofen uit de Rubaiyat. Dat lijkt me zo mooi om die hele filosofie in het Farsi te horen. 

Mensen vragen weleens of ik geen Chinees wil leren. Nou, ik heb een elective Chinees gedaan en ben in China geweest, maar nee. Ik kan inmiddels zeggen dat ik geen Chinees spreek. Ik heb er niet zo’n klik mee. Hetzelfde geldt ook voor Scandinavische talen. Als ik het lees, begrijp ik redelijk veel. En met zo’n basis zou het misschien moeten lukken, maar ik heb er niet zo veel mee. Ik ga wel binnenkort naar Finland, en ben inmiddels op Duolingo bezig met Fins. Ik blijk het toch wel leuk te vinden.

Wat is volgens jou de beste manier om een taal te leren?

Dat is echt voor iedereen verschillend. Voor mij is de beste manier is om ermee aan de slag te gaan. Ik begreep bijvoorbeeld eerst helemaal niets van hoe Arabisch in elkaar zit, maar toen ik een paar oefeningen op Duolingo had gedaan, snapte ik het systeem. Taal is een soort wiskunde. Als je de formule kent, dan kun je die toepassen. Voor mij werkt dat op die manier. Wat de beste manier is, zou iedereen voor zichzelf moeten uitvinden. 

Ik vind het soms lastig – ook als docent – om te begrijpen dat anderen dingen voor de zoveelste keer verkeerd doen. Dan zeggen ze, met zo’n heel Nederlandse lange ‘o’ (eigenlijk een o-oe) yo hablo-oe en dan zeg ik het goed met een korte o-klank yo hablo, en dan zeggen ze vijf minuten later weer yo hablo-oe. Bij mij werkt dat dus anders. Als ik het eenmaal goed gehoord heb, zal ik het daarna niet fout zeggen. Dus als ik hoor dat iemand yo hablo zegt, ga ik niet een dag later yo hablas gebruiken. Maar ik ben er inmiddels wel achter dat niet iedereen dat zo heeft.

Zijn er ook negatieve kanten van jouw meertaligheid?

Soms is het lastig dat je altijd aan staat en altijd alles hoort en verstaat – ook als het misschien niet voor jouw oren bedoeld is. Dan hoor ik bijvoorbeeld iets seksistisch, en kan mij daar druk om maken ook al is het niet voor mij bestemd. Maar verder zijn er alleen maar voordelen.

Welke boodschap zou je willen meegeven over meertaligheid?

Het is vooral een geweldige manier om met mensen in contact te komen. Het is zo interessant om hun achtergronden te leren kennen. Op school moeten we daar veel meer gebruik van maken, van de intrinsieke nieuwsgierigheid van leerlingen om iets te weten te komen. Dat wordt echt te weinig aangewakkerd omdat we een slaaf zijn van de methode. Vooral in het vo gaan we van proefwerk naar proefwerk. Dat zou anders moeten.

Volgens mij is het een uitspraak van Nelson Mandela: ‘Als je met een mens praat in een taal die hij verstaat, gaat het naar z’n hoofd. Als je met hem praat in z’n eigen taal, gaat het naar z’n hart.’ Dat is één van mijn levensmotto’s.


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *