taalwijs.nu

taalwijs.nu

De impact van dyslexie in het hoger onderwijs

Door dr. Liset Rouweler

Overal waar je kijkt zie je tekst. Tekst die gevraagd wordt om gelezen te worden. Het is dus geen wonder dat geletterdheid zeer belangrijk is in onze huidige maatschappij. Voor de meeste volwassenen zijn lezen en schrijven automatische processen die weinig aandacht vragen. Toch zijn er in onze maatschappij volwassenen waarvoor lezen en schrijven tijdrovende processen zijn die een tal van problemen kunnen veroorzaken. Een aanzienlijk deel van deze mensen wordt gediagnosticeerd met dyslexie, een specifiek leerprobleem dat gekarakteriseerd wordt door problemen in lezen en/of spellen.

Desondanks zijn lees-, en spellingproblemen niet de enige uitdagingen waar volwassenen met dyslexie tegenaan lopen. De impact van dyslexie is groter en kan flinke gevolgen hebben voor volwassen studenten in het hoger onderwijs, zoals op de universiteit en het hoger beroepsonderwijs. Toch was er nog weinig bekend over de gevolgen van dyslexie in het hoger onderwijs: in dit onderzoek werden studenten met dyslexie en gematchte controlestudenten vergeleken met elkaar op een tal van vaardigheden zoals technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en schrijven. Niet alleen zijn alle studenten getest op deze vaardigheden in het Nederlands, maar ook in het Engels. Dit komt omdat het Engels een grote rol speelt in het hoger onderwijs in Nederland: veel vakken of soms zelfs complete opleidingen worden in het Engels aangeboden. Dit kan moeilijkheden met zich meebrengen omdat de Engelse orthografie veel minder transparant is dan de Nederlandse orthografie. Letters en lettercombinaties kunnen op veel meer verschillende manieren uitgesproken worden – vergelijk de klanken van ear, head, leg

Zoals verwacht scoren studenten met dyslexie significant slechter op lezen en spellen in zowel het Nederlands als het Engels. Dit is niet verrassend omdat problemen die in de moedertaal voorkomen vaak worden overgedragen op de tweede taal, zoals gesteld door Ganschow en collega’s (1991) in de linguïstische verschillen hypothese (LCDH). De gevonden verschillen voor de dyslexiegroep lijken niet groter te zijn in het Engels wanneer we ze vergelijken met het Nederlands.

Bij begrijpend lezen in beide talen zijn verschillende modaliteiten getest:  ja/nee vragen en open vragen beantwoorden en een samenvatting schrijven. Uit de resultaten komt naar voren dat studenten met dyslexie geen problemen ondervinden bij het beantwoorden van ja/nee vragen en open vragen in het Nederlands. In het Engels scoren zij echter significant slechter op dit soort vragen dan de controlestudenten zonder dyslexie, wat aantoont dat studenten met dyslexie hinder ondervinden van het Engels. Studenten met dyslexie scoorden in beide talen lager bij het schrijven van de samenvatting en ze maakten bovendien meer spelfouten. Daarbij bleek taalvaardigheid een van de belangrijkste voorspellers te zijn: studenten met dyslexie presteerden significant minder goed op taalvaardigheidstoetsen in het Engels. Dit zou gedeeltelijk kunnen verklaren waarom studenten met dyslexie minder goed presteren op Engelse begrijpend lezen taken en schrijftaken dan studenten zonder dyslexie. 

Een van de belangrijkste conclusies van mijn promotieonderzoek is dat dyslexie een specifiek leerprobleem is dat voortduurt in de volwassen fase van het leven. De moeilijkheden die studenten met dyslexie ondervinden blijken niet beperkt te zijn tot lezen en spelling, maar ze betreffen begrijpend lezen en schrijven – een hinder dat lijkt te worden uitvergroot in het Engels. Hierdoor is de kans groot dat studenten met dyslexie flink in het nadeel zijn wanneer zij een cursus of opleiding in het Engels volgen. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen hoe we hier het beste mee om kunnen gaan. 

Wil je meer weten over mijn onderzoek? Je kunt de Nederlandse samenvatting en het volledige proefschrift downloaden van de RUG-site.


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *